Dit verhaal is onderdeel van ons dossier Kerken en corona. Hierin laten we mensen aan het woord over hoe zij hun christelijk geloof beleven in de coronapandemie.
Arjanne was er druk mee: een grote musical met kinderen in de kerk, in maart vorig jaar. Ze had er speciaal een weekje vrij voor genomen. “We waren klaar voor de uitvoering. We moesten alleen de generale repetitie nog”, vertelt ze. “We hadden iedereen uitgenodigd: vrienden, familie, zelfs de buren.” Precies op dat moment kondigt het kabinet de eerste maatregelen tegen het coronavirus aan: de besmettingen lopen te hard op. Arjanne is er nog steeds een beetje aangeslagen van: “Pats, boem! Ineens ging het allemaal niet door.”
Rotsvast
De kerkdeuren gingen dicht. “Onverwacht zaten we op zondag met het gezin voor een beeldscherm naar een dienst te kijken.” Iets wat Arjanne absoluut niet gewend was. Haar ouders voedden haar op met het geloof. Ze ging altijd braaf mee, omdat dat van haar verwacht werd. Tot ze op een kamp van de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond besloot zelf voor het geloof te gaan. Arjanne: “Ik geloofde niet langer omdat mijn ouders geloofden. Ik ervaarde rust in het geloof: het was een sterk gevoel dat er altijd iemand is die voor je zorgt.”
Dat rotsvaste geloof ging niet meer weg, evenals haar trouw aan de kerk. Maar toen de kerkdeuren sloten, ontstonden hobbels op de weg. Arjanne: “Er gebeurde iets naars in de wereld: door de coronacrisis kon ik mijn ouders niet opzoeken, er overleden veel mensen, dingen die je gewend bent gaan ineens anders.” Wat ze normaal deed in vervelende situaties, kon niet meer. “Nare dingen breng je altijd bij God, dat neem je op zondag mee naar de kerk. Ik bad wel, maar moest dat nu alleen doen.”
Aanmoedigen
Dat is precies wat niet past bij Arjanne. De picknicktafel midden in de tuin, het hondje dat onder de tafel door trippelt, kinderen die af en toe aan komen waaien en weer vertrekken tijdens het gesprek: het laat zien dat het moet bruisen in Arjannes gezin. “Iedere zondag ben je samen in de kerk. Je praat bij met elkaar en ervaart het geloof in de kerkdienst. Het is een vorm van elkaar aanmoedigen. Een gevoel dat je niet alleen bent. Dat was verdwenen.”
Dat ze de kerkdiensten online moest volgen, bracht ook praktische problemen met zich mee. Arjanne: “De kinderen kunnen zich veel moeilijker concentreren en ze zien geen andere kinderen.” Terwijl ze juist hard haar best doet hen mee te nemen in het geloof. Ook werden ze nog weleens afgeleid. “Eén van de eerste keren stond er tijdens de dienst ineens een buurjongetje voor de deur: of mijn kinderen zin hadden om buiten te spelen.”
Rust
Boven alles mist Arjanne de rust in de kerk. “Dat je tijdens zo’n dienst, vaak wel ruim een uur, echt even bij God bent. In die tijd is er even niets anders.” Ze heeft in de crisis veel nagedacht over wat dan precies rust geeft, maar ze is er nog niet helemaal uit. “De sfeer van het gebouw… Dat je samen met anderen God mag prijzen… Of dat je met elkaar kan zingen…”
In muziek ervaart Arjanne veel geloof. Hoe dat zit, hoor je in onderstaande mini-podcast.
Als microbiologisch analist in het ziekenhuis zag ze ook de ernst van de coronapandemie. “Ik onderzoek in mijn werk kweken van de intensive care: normaal gezien een kleine stapel.” Ze houdt haar handen ver uit elkaar. “Nu werd dat een enorme berg. We kregen in de avond ineens boze telefoontjes van verpleeghuisartsen die vroegen om resultaten, terwijl we ‘s avonds niet in het systeem kunnen.” Het maakte grote indruk op haar. “Je hoorde de paniek aan de telefoon. Ik werd daar wel verdrietig van.”
Dat ze de coronacrisis zo van twee kanten zag, maakte haar ook onzeker over wat de pandemie op langere termijn voor de kerk zou betekenen. “Ik dacht: straks komen de mensen niet meer terug. Terwijl ik die mensen om me heen wél belangrijk vindt. Ik dacht: op deze manier kunnen we de kerk niet in stand houden.” Maar uiteindelijk vertrouwde ze, zoals ze gewend was, op de kracht van God. “Hij weet mensen bij elkaar te roepen. Dan houdt Hij ook de kerk in stand.”
Grotere problemen
Ze heeft God de pandemie nooit verweten. “Er gebeurt zoveel naars in de wereld. Waarom zou ik God dan specifiek moeten vragen om dit niet toe te laten? In arme landen verliezen ouders hun kind aan malaria. Ik bedoel: daar hebben we gewoon medicijnen voor.” Ze verwacht ook dat de mensheid in de toekomst nog voor grotere problemen komt te staan: “Het klimaat, hevige overstromingen, noem het maar op, het kan allemaal.”
Wat er ook gebeurt: er is één ding dat Arjanne echt meeneemt uit de pandemie. “Dat je mensen om je heen nodig hebt.” Dan, resoluut: “Op jezelf zijn is gewoon niet goed.” Het is een conclusie die ook voor haar beleving van het geloof centraal staat. “Ik wist het eigenlijk al wel, maar voel het nog sterker: kerk kan je niet alleen zijn.”
De coronacrisis zorgde bij iedereen voor een hoop veranderingen in het dagelijks leven. We maakten drie portretten met betrokkenen over hun ervaringen en de veranderingen die hun geloofsleven doormaakte in deze tijd. Klik hier en hier voor de andere verhalen.