Omwonenden van ‘t Goeie Spoor en het Franse Gat willen geen hoogbouw in hun wijken. Belangen botsen: omwonenden willen geen hoogbouw, maar er heerst ook woningnood in Veenendaal. Tijdens participatiebijeenkomsten vindt gesprek plaats over deze botsende belangen, met de hoop om een oplossing te vinden die voor iedereen werkt. Lost deze participatie de spanning op, of strooit het vooral zout in de wond?
Naast het spoor bij station Veenendaal Centrum ligt een smalle groenstrook: ‘t Goeie Spoor. Deze strook verandert misschien in een woningbouwlocatie met maximaal tien woonlagen, circa 32 meter hoog. En dat roept weerstand op bij omwonenden. Buurtcommissie ‘t Goeie Spoor bereikte in 2022 met een enquête 212 omwonende huishoudens, waarvan 178 aangaven het onaanvaardbaar te vinden dat de gemeente de bestemming ‘groen’ wil wijzigen zodat er woningbouw kan komen. Volgens de buurtcommissie had de gemeente eerst moeten vragen of wijkbewoners überhaupt wel woningbouw willen waar nu natuur is. De buurtcommissie diende een zienswijze in, een soort bezwaar tegen het plan. Zienswijzen geven de gemeenteraad inzicht in de bezwaren die leven.
Onvrede
Er is niet alleen weerstand tegen de geplande wijziging van ‘groen’ naar ‘wonen’. Ook op de woningbouwplannen zelf hebben buurtbewoners kritiek. 167 omwonende huishoudens vinden deze onaanvaardbaar vanwege onder meer de bouwhoogte, -massa en de extra parkeerdruk, toont een tweede enquête van de buurtcommissie.
Ook het Rembrandt College diende bezwaar in. De school vreest dat er voor leerlingen, docenten én de toekomstige bewoners te weinig privacy is omdat de appartementen op slechts 30 meter afstand van de school komen. Ook is de school bang voor geluidshinder door weerkaatsing van geluid van het spoor door de woontoren. “Als vanzelfsprekend is dit voor leerlingen en docenten bijzonder vervelend”, stelt het Rembrandt College.
De gemeente vindt participatie belangrijk. Zo staat in de Omgevingsvisie: “Bij bouwontwikkelingen komt de initiatiefnemer in overleg met omwonenden en de gemeente tot een haalbaar en aanvaardbaar plan ten aanzien van de bouwhoogtes.” Toch gaat de participatie bij ‘t Goeie Spoor niet soepel. Daarom belooft de gemeenteraad door middel van een motie in 2022 dat er ‘verregaande afstemming met de omgeving’ zou komen in het project. Maar wat een ‘haalbaar en aanvaardbaar plan’ precies is, blijft vaag. “Uit de evaluatie van de gemeentelijke omgevingsvisie is gebleken dat deze tekst op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd”, laat de gemeente weten.
Bouwhoogte als knelpunt
Een paar maanden na de motie vindt een nieuwe participatiebijeenkomst plaats. Omwonenden uiten hun zorgen over de hoogte en massa van de geplande woningen, maar krijgen van initiatiefnemer ROQ Vastgoed te horen dat hierover niet gediscussieerd mag worden. Het is namelijk al door de gemeenteraad vastgesteld dat het project maximaal tien woonlagen hoog mag worden, met ongeveer 115 woningen. Maar ROQ mag ook lager bouwen dan tien verdiepingen, als dat wenselijk blijkt uit de participatiebijeenkomsten. Zo zegt de ChristenUnie tegen Bureau Spotlight: “De kaders zijn vastgesteld als maximumgrens. Eronder blijven is een bespreekbare optie.”
Dat bewoners niet mogen praten over hoogte en bouwmassa, frustreert de buurtcommissie. Bewoner Twan Enkelaar: “Door de motie voor verregaande participatie had ik vertrouwen gekregen. Ik dacht dat we nu serieus zouden worden genomen.” De buurtcommissie kaart meermaals bij de gemeente aan dat de participatie nog steeds tekortschiet. Ook het Rembrandt College heeft kritiek: “Het Rembrandt College heeft na één ‘participatiegesprek’, waarin de zorgen benoemd zijn, niets meer vernomen totdat nu onlangs het ontwerpbestemmingsplan ter inzage werd gelegd”, staat in de zienswijze. Het bestuur van de school komt daarom met het “dringend verzoek de plannen te schrappen of te wijzigen”.
ROQ Vastgoed stelt dat de hoogte van het gebouw en het aantal woningen regelmatig ter sprake zijn gekomen tijdens de participatiebijeenkomsten, zowel in de beginfase als ook tijdens latere bijeenkomsten. Maar ROQ schrijft al in april 2023 in een brief aan een omwonende dat bouwhoogte en woningaantallen “vastgestelde uitgangspunten [zijn, red.], die niet meer voor andere inzichten vatbaar zijn.”
Volgens Sophie Piers, adviseur democratische vernieuwing en participatie bij Berenschot, is het niet vreemd dat sommige onderwerpen niet ter tafel komen bij participatie. Soms moet een plan een bepaalde omvang hebben om de kosten te dekken en om het dus te kunnen realiseren, legt ze uit. Of er ligt vanuit de gemeente al een beleidskader voor de bouw van een bepaald aantal of type woningen op die locatie. “Vervolgens wil je de omgeving betrekken. Dan moet je super duidelijk maken wat hun daadwerkelijke beïnvloedingsruimte is, en waarom sommige dingen niet ter discussie staan. Wat kan nog anders en wat staat al vast?”, aldus Piers.
Belangenafweging
De gemeente benadrukt dat het gaat om een belangenafweging waarbij zorgen en aandachtspunten van omwonenden serieus moeten worden genomen. “Tegelijkertijd heeft gemeente Veenendaal de komende jaren een woningbouwopgave van 10.000 woningen. Dat is een wezenlijk belang dat ook op tafel ligt”, aldus de gemeente.
Maar, zo vindt Twan Enkelaar: “Bij elkaar genomen betreft dit een zeer grote groep belanghebbenden die als omwonenden direct betrokken zijn. Hoe zwaar mag dit belang wegen?” Een groot pijnpunt is daarbij dat notulen van de participatiebijeenkomsten niet volledig zijn, vertelt hij. De geuite zorgen zouden niet volledig terugkomen in de verslagen van de bijeenkomsten. “Zodoende krijgt de gemeenteraad onvoldoende inzicht in de mening en gevoelens uit de buurt”, zegt Enkelaar.
Ook nieuwbouw in Franse Gat
In het Franse Gat, op zo’n 600 meter afstand van ‘t Goeie Spoor, loopt ook een participatietraject voor woningbouw. En ook hier vinden omwonenden hoogbouw onacceptabel. In het zuiden van de wijk worden de komende jaren 249 woningen gesloopt en vervangen voor nieuwbouw. De gemeente stemde voor deze sloop-nieuwbouw in met op één plek in de wijk maximaal acht bouwlagen.
Het plan voor de sloop-nieuwbouw in het zuiden van het Franse Gat is opgedeeld in drie deelgebieden, want voor Veenvesters is het niet haalbaar om alles tegelijkertijd te doen, vooral vanwege het opnieuw huisvesten van bewoners van de sloopwoningen. Het eerste deel van de wijk is inmiddels af, deel twee is al deels gesloopt, en deel drie moet volgend jaar gesloopt worden. Voor al deze drie deelgebieden organiseerde Veenvesters een apart participatietraject.
Bouwlagen
In 2023 presenteert Veenvesters de conceptplannen en de kaders voor deelgebied drie, waarin staat dat er maximaal acht bouwlagen kunnen komen op een plek bij het Doctor Slotemaker de Bruïneplein. “En toen begon het heel erg te rommelen. Wij kunnen wel zeggen: dit is maximaal, en binnen die kaders gaan we een plan maken waar alle belangen in worden afgewogen. Maar de schrikreactie die het heeft opgeroepen, begrijp ik heel goed”, zegt Pieter Akkermans. Bij Veenvesters was hij tot juni 2024 programmamanager van het project. Veenvesters kwam uiteindelijk met een plan met maximaal vier bouwlagen bij de winkels in het centrum van de wijk, bij het Doctor Slotemaker de Bruïneplein. Verder komt er lagere bouw.
Buurtbewoner Andrea Nagel maakt zich samen met andere omwonenden hard voor een goed plan en goede participatie voor de nieuwbouw. “De afgelopen tweeënhalf jaar hebben we geprobeerd om de verbinding te zoeken met de gemeente en Veenvesters om er een zo goed mogelijk plan van te maken en te zorgen dat iedereen goed geïnformeerd wordt. We snappen dat er extra woningen nodig zijn, en er komen ook veel nieuwe woningen bij.” Waar eerst 95 woningen stonden, komen nu ongeveer 163 woningen terug. “Daardoor verliest de wijk al haar karakter en dat is zonde”, zegt Nagel.
Maar hoger dan drie bouwlagen, dat is een harde grens. “We hebben in onze wijk nu overal maximaal drie bouwlagen. Alles daarboven is de hoogte in. Veenvesters kan zeggen: we zijn jullie tegemoet gekomen door van acht naar vier bouwlagen te gaan. Maar concreet waren er nooit acht bouwlagen, dat is een discussie over lucht”, zegt Nagel. Meer steen, minder groen, meer bewoners per vierkante meter, geen meegroeiende of extra voorzieningen. Dat is al een ingrijpende verandering. Als we daarnaast door hoge bouw onze privacy en uitzicht verliezen en daarmee woningwaarde en woonplezier, is het te veel. Dat heeft impact op het welzijn en gevoel van veiligheid.”
Alternatief plan
Voor de vernieuwing van ‘deelgebied drie’ staat de mate van inspraak van bewoners op trede drie van de ‘participatieladder’. Dat betekent dat bewoners advies mogen geven en zelf met een voorstel kunnen komen. ‘Dat voorstel hoeft niet precies aan te sluiten bij ons plan. We zeggen in principe toe aan de resultaten, maar we kunnen ook met een goede reden afwijken’, aldus de participatieladder van de gemeente.
Tijdens ‘werkateliers’ dachten bewoners mee over de plannen. En een aantal omwonenden diende een alternatief plan in. Ook hebben zij het verzoek gedaan om de vierde woonlaag, acht woningen in totaal, te verplaatsen naar een ander deel van de wijk. Daardoor zouden er evenveel woningen kunnen worden gebouwd, zonder dat Veenvesters hoger dan drie bouwlagen hoeft te bouwen. “Een deel hebben we ook overgenomen”, vertelt Akkermans. “Heeft het ertoe geleid dat we zijn gaan zoeken naar lagere bebouwing. En ook andere woningtypes.” Toch nam Veenvesters niet alle suggesties over. “We gaan de woningen niet zo smal maken dat je geen goede indeling van de woning meer kan krijgen. Dat is voor de huurders belangrijk”, legt Akkermans uit. “En de woning moet toegankelijk zijn voor mensen met een rollator, dat is bij ons een harde eis. Dat kon niet met deze smalle woningen”, stelt Akkermans.
De woningcorporatie gaf in juni een toelichting op de gemaakte keuzes. Nagel en een aantal andere bewoners nemen hier geen genoegen mee. “Er is nauwelijks commentaar gegeven over waarom het niet kan”, zegt ze. “En de punten die zijn genoemd, zoals de toegankelijkheid van de woningen, kloppen niet. Maar op onze weerlegging krijgen we geen reactie. We krijgen ook niet te horen waarom het écht niet zou kunnen, maximaal drie hoog bouwen.” Veenvesters laat weten op dit moment te werken aan een uitgebreider toelichting op de gemaakte keuzes.
Botsende belangen
Het lijkt onmogelijk om iedereen tevreden te stellen. Akkermans: “Dat is vervelend. Je wil de ruimte zo goed mogelijk benutten. Als woningcorporatie vertegenwoordigen wij de stem van de vele woningzoekenden. We hebben ook afspraken met het Rijk om veel nieuwe woningen te bouwen. En soms botsen dan de belangen. Daarom vind ik dat gesprek met de omgeving zo belangrijk. Maar dan kan de conclusie zijn: er is niets met mijn mening gedaan. Dat hoort ook bij participatie: de uiteindelijke beslissing is aan ons.” Zo stelt ook ROQ Vastgoed: “Uiteraard wens je als initiatiefnemer een zo groot mogelijk draagvlak. We kunnen echter niet met alle wensen rekening houden, zodat er helaas altijd buurtbewoners teleurgesteld zullen zijn. Een bouwplan dient naast het gemeentelijke beleid, aanvaardbaar én haalbaar te zijn. Deze drie elementen kun je niet los van elkaar beoordelen.”
Omdat belangen botsen en het lastig is om iedereen tevreden te stemmen, noemt Piers participatie ‘een vak apart’. “Je moet continu kunnen analyseren: wat is hier nu aan de hand? Waar zit de ontevredenheid vooral? Wat kan ik daar mee? Wat kan ik daar ook niet mee? En hoe ga ik daar dan vervolgens weer mee om?” Het is een vak om het participatieproces goed te organiseren. Het is aan de initiatiefnemer om de gemaakte keuzes daarbij zo goed mogelijk te onderbouwen. “Dat moeten ze zo transparant en zorgvuldig mogelijk uitleggen. Je kunt dan zeggen: we hebben deze plannen gemaakt, rekening gehouden met wetten en normen en het beste van alle input van omwonenden gepakt. Die onderbouwing is cruciaal”, legt Piers uit. “En als de kaders en transparantie in het participatieproces niet duidelijk waren, dan kan ik me voorstellen dat daar gedoe over ontstaat. De ontevredenheid van inwoners kan voortkomen uit hun frustratie over het verloop van het proces, of uit onvrede over de uiteindelijke uitkomst en de mate waarin ze daar invloed op hadden.”
Zowel in het Franse Gat als bij ‘t Goeie Spoor botsen belangen van omwonenden, initiatiefnemers en het belang van extra woningen. Uiteindelijk is het aan de gemeenteraad om te oordelen of zij de bouwhoogtes acceptabel vindt. Op 12 september vergadert de raad over het plan voor ‘t Goeie Spoor. Dan zal blijken of de bezwaren van omwonenden zwaar genoeg wegen om de plannen af te keuren. Volgens Piers moeten we daarbij niet vergeten dat de gemeenteraad ook precies hiervoor gekozen is: “Het is gewoon een feit dat je in veel vraagstukken het compromis niet helemaal bereikt. Er zullen altijd mensen zijn die het er niet mee eens zijn. Daarom hebben we de gemeenteraad als democratisch orgaan nodig om de knoop door te hakken. Anders kunnen dit soort processen eindeloos voortduren.”