Tijdens het eerste deel van de avond was een voorstelling te zien waarin De Droominee (Rik Zutphen) en danseres Jamie de Heus verschillende thema’s rondom armoede lieten zien, waaronder wantrouwen in de overheid, het hebben van schulden en onduidelijkheid over toeslagen en regelingen.
Zodra het zaallicht dooft verschijnt De Droominee op het podium. Én dan volgen langzaam de woorden ‘van het kastje’, gevolgd door een lange pauze, ‘naar de muur’. Tijdens de voorstelling kwam de ervaring van geldzorgen zichtbaar en voelbaar tot leven op de vloer. Vanaf de voorste rij ontvangt de Droominee een grote envelop. Van grote vellen papier begint hij kreten voor te lezen. En ondertussen danst Jamie steeds dichter bij het publiek. Tot hilariteit van de aanwezigen toe.
Maar al snel dringt de ernst door als tijdens een intense scène de uitputting op het gezicht van Jamie is te zien, maar door de volle focus in de zaal ook te horen. Door de Droominee werd ‘on the spot’ een soundtrack gemaakt: van rollend geld, krakend briefgeld of een stem. Het was moeilijk om niet meegetrokken te worden in de verhalen die verteld werden, afgewisseld met lokale filmscènes, opgenomen met de artiesten op herkenbare plekken in Veenendaal.
IN GESPREK
Na een beladen optreden, gingen gasten Jurenne Hooi (adviseur armoedebestrijding), Jolanda van Ewijk (coördinator Netwerk voor Jou) en Jos Schilte (bestuurslid PvdA Veenendaal) met elkaar en het publiek in gesprek over de complexiteit rondom geldproblematiek. Wat moet er volgens hen veranderen? In het publiek zaten onder andere inwoners die zelf geldproblemen hebben, maar ook instanties en geïnteresseerden. Gespreksleider Irene Hollebrandse, hoofdredacteur van Bureau Spotlight, opent het gesprek: ,,We kunnen hier uren over praten, maar we pakken de thema’s eruit die in ons onderzoek naar voren zijn gekomen.’’
SCHRIJNENDE VERHALEN
Een bewindvoerder vertelt dat ze die dag op het gemeentehuis was en alle schrijnende verhalen die tijdens de voorstelling verteld werden, voorbij heeft horen komen. ,,Vooral wantrouwen in de overheid zien we vaak.’’ Volgens gastspreker Jurenne Hooi heeft de toeslagenaffaire hier een grote rol in gespeeld. ,,In 2012 klopten de eerste mensen bij ons aan hierover. Eerlijk gezegd geloofden we ze niet. ‘Zoiets doet de overheid niet’, was onze reactie. Maar de verhalen klopten. We kennen allemaal het spreekwoord ‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard’. Het gaat nog een hele tijd duren voordat dit vertrouwen in de overheid hersteld is.’’
Jolanda van Ewijk herkent vooral de schaamte. ,,Wat deze inwoners nodig hebben, is dat ze gezien en gehoord worden. Dat iemand meekijkt met de problemen die ze hebben en vraagt: ‘Waar heb je hulp bij nodig?’. Nu moet je langs achttien instanties om bijstand aan te vragen. Logisch dat je dan door de bomen het bos niet meer ziet.’’ Jos Schilte vult aan: ,,We moeten toe naar een overheid die niet vanuit wantrouwen werkt. Er zijn zoveel regeltjes waar mensen aan moeten voldoen om gebruik te kunnen maken van bepaalde regelingen. Er zal ongetwijfeld soms mee gesjoemeld worden, maar voor het grootste deel gaat het om mensen die echt hulp nodig hebben.’’ Volgens Jurenne Hooi is vooral het eerste contact met mensen met geldzorgen essentieel. ,,Deze inwoners zitten constant met financiële stress. En dan krijgen ze bij instanties waar ze aankloppen ook nog eens het gevoel dat ze niet welkom zijn. De overheid moet de mensen in het veld beter faciliteren. De regelingen worden bedacht door ambtenaren die de doelgroep niet kennen. Daardoor kloppen inwoners vaak aan bij informele instanties.’’
Van Ewijk werkt bij zo’n informele organisatie en herkent dit. Ze beschrijft informele hulp als het geven van ondersteuning zonder dat het je werk is, zoals via een kerk of stichting. ,,In Ede en Veenendaal alleen al zijn er 64 informele hulporganisaties die kunnen helpen bij armoede. En nog steeds zien we een toenemende vraag naar hulp. Armoede is uitdagende materie, omdat de hulpvraag van inwoners niet direct duidelijk is. Het gebeurt bijna nooit dat mensen bij ons aankloppen met de mededeling dat ze schulden hebben. Het begint met een kleinere vraag waar meer achter zit.’’ Hooi voegt daar aan toe: ,,We moeten ons vooral afvragen: hoe zorg je dat de bewoner bij je komt voor hulp? De meeste mensen kloppen pas aan als het al te laat is. Het is niet zo dat ze deze hulpverlening niet willen, maar dat ze niet weten waar ze terechtkunnen.” Ook Van Ewijk is het daar mee eens: ,,Er wordt aangestuurd op zelfredzaamheid, maar in hoeverre kun je dat van deze mensen verwachten? Er moet veel meer naar de persoon gekeken worden. Iedere situatie is anders. Het is voor mensen in armoede een dagtaak om alle regelingen aan te vragen waar ze recht op hebben. En de overheid houdt dat allemaal in stand. Armoede gaat om mensen. Zolang er mensen geld verdienen aan mensen in armoede, is het dweilen met de kraan open.”
MAATWERK
Tot slot stelde de gespreksleider de vraag wat er concreet aan de wethouder, die er niet bij kon zijn, moet worden teruggekoppeld na vanavond. ,,Laat de voorstelling ook op het gemeentehuis zien”, reageert een aanwezige. ,,Probeer het over een andere boeg te gooien”, vindt Hooi. ,,Het starten van een pilot bijvoorbeeld.” Schilte: ,,Maatwerk moet beleid worden. Leer ambtenaren om zich empathisch op te stellen.” Een aanwezige uit het publiek reageert: ,,Voor de bewoner is dit allemaal een ver-van-mijn-bedshow. Ik ken de wethouder alleen van zijn foto in de krant. Laat de politiek praten met ons, de mensen die zelf in die situatie zitten”, vertelt ze onder luid applaus. Hooi benoemt nog: ,,Het is een taboe om te praten over geld. Daar moeten we vanaf. Als er één ding is dat ik heb geleerd, is dat armoede iedereen kan overkomen. Het is een taak van ons allemaal om naar elkaar om te kijken, niet alleen van de politiek of de wethouder.”
Bureau Spotlight zet het onderzoek naar armoede door. ,,Wil je zelf nog iets delen over dit onderwerp, laat het dan weten via [email protected].” De voorstelling is binnenkort online te bekijken.
Deze productie is gerealiseerd met een financiële bijdrage vanuit het Mediafonds Provincie Utrecht.