Vijf aangepaste uitkeringen, tien zorgmeldingen en 33 gewijzigde inschrijvingen van adressen. Het is het resultaat van 117 onaangekondigde huisbezoeken in de gemeente Veenendaal. Om dit te bereiken wisselen 18 medewerkers van de gemeente, Belastingdienst Toeslagen, de arbeidsinspectie en landelijke uitkeringsinstanties op grote schaal gegevens van inwoners met elkaar uit. “Dit gaat heel ver. Bovendien is het duidelijk niet effectief, terwijl wat ze hier doen een enorme inbreuk op iemands privéleven is”, zegt Catherine van Es, docent bestuursrecht bij de Universiteit van Amsterdam.
Burgemeester Gert-Jan Kats schrijft in een reactie dat het project helpt om ‘[…] zorgsituaties aan het licht te brengen’. Christiaan van Veen is kritisch over dergelijke beweringen: “De focus van dit soort projecten ligt duidelijk op handhaving en niet op zorg. Ik vind het dan ook een beetje onoprecht om te zeggen: ‘we komen om te helpen’.” Van Veen geeft leiding aan een onderzoeksprogramma op het gebied van digitale overheid en mensenrechten aan New York University. De gemeente wees interviewverzoeken van Bureau Spotlight af. Ze vond na het beantwoorden van feitelijke vragen het geven van een interview ‘geen meerwaarde’ hebben.
Zelfde risicoclassificatiemodel als bij de Toeslagenaffaire
In het Veenendaalse project gebruikt de Belastingdienst Toeslagen tot zeker juli 2020 hetzelfde algoritme als in de Toeslagenaffaire een grote rol speelde. Het algoritme is een middel om te kiezen welke adressen controle moeten krijgen. Dit zogenoemde risicoclassificatiemodel profileerde vooral mensen met hele lage inkomens en een tweede nationaliteit als potentiële fraudeurs. De gemeente Veenendaal zegt nooit te zijn geïnformeerd over het gebruik van het model.
“De focus van dit soort projecten ligt duidelijk op handhaving en niet op zorg”
Het is onduidelijk of er ook na juli 2020 geen huisbezoeken meer plaatsvonden vanwege het model. Volgens de gemeente vond adresselectie namelijk voor die tijd plaats, en trok de Belastingdienst nadien geen adressen terug. De Belastingdienst kan of wil geen uitsluitsel geven, blijkt uit een reactie per mail: ‘Op dit moment loopt er een extern onderzoek […]. We willen niet op de uitkomsten vooruitlopen’.
Geen wettelijke basis
Het initiatief in Veenendaal is onderdeel van de Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI), dat valt onder het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). In totaal kent het 12 uiteenlopende doelen: van het verbeteren van de leefbaarheid tot het vinden van mensen met een hulpvraag. De betrokken partijen kiezen aan de hand van tientallen ‘risico-signalen’ welke adressen een controle moeten krijgen. “Dit is nou een goed voorbeeld van een sleepnet”, reageert Tijmen Wisman, universitair docent privacyrecht aan de Vrije Universiteit en voorzitter van Platform Burgerrechten. “Als je maar genoeg gegevens doorzoekt, vind je altijd wel iets.”
Volgens Wisman staat de wet alleen toe om gegevens voor fraudeopsporing uit te wisselen in een individuele casus. “Bij LSI-projecten wordt op grote schaal risicoprofilering toegepast. De rechter heeft hierover eerder gezegd dat dit niet mag. Op deze wijze gaan ze er toch mee door”, zegt hij. Van Veen: “De wet waarop de projecten zich baseren, zegt dat je als overheid gegevens mag uitwisselen om te kijken of er fraude is. Maar dit gaat over leefbaarheid, overlast en zorgvragen.” Van Es is het hiermee eens: “Met zulke brede doelen kunnen de betrokken instanties ongericht data verzamelen en delen, zonder dat je hier als burger weet van hebt.”
Naar de rechter
Minister Carola Schouten (SZW) laat het LSI-proces en de wijze waarop signalen tot stand komen extern doorlichten, zegt ze in een reactie. “Het uitgangspunt moet zijn dat we doen wat wettelijk mag”, reageert Sanny Brunekreeft, fractievoorzitter van de ChristenUnie in Veenendaal. “Daarom is het goed dat dit door SZW verder wordt onderzocht. Want als gemeente moet je erop kunnen vertrouwen dat het ministerie weet wat er mag in zo’n project.”
Platform Burgerrechten bereidt samen met onder andere FNV en Privacy First een rechtszaak tegen de staat voor. Dit omdat ‘blijkt dat de overheid nog steeds op grote schaal onverdachte burgers profileert’. “Bij de gemeente ligt wel een ethische verantwoordelijkheid”, vindt Brunekreeft. “Hoever wil je gaan in de opsporing van fraude? Hoe kunnen we uitgaan van vertrouwen in onze inwoners en tegelijkertijd niet naïef zijn? Dat is wat we met elkaar in de raad moeten bespreken.” In Veenendaal staat begin volgend jaar het onderwerp fraudebestrijding en ethiek op de raadsagenda.
Onderzoeksverantwoording
Het onderzoek naar LSI heeft in totaal bijna anderhalf jaar in beslag genomen. In een samenwerking vroegen Argos en Lighthouse Reports documenten op bij een flink aantal gemeenten, het ministerie van SZW en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Daarnaast zijn er gesprekken en interviews gevoerd met betrokkenen en deskundigen en persvragen gesteld. Bureau Spotlight heeft al deze informatie tot haar beschikking gehad bij haar onderzoek naar het LSI-project in de gemeente Veenendaal. Daarnaast heeft Bureau Spotlight zelf informatie verzameld over het Veenendaalse project. In maart 2022 diende Bureau Spotlight hiervoor een verzoek in bij de gemeente, in november 2022 ontving Bureau Spotlight de laatste opgevraagde documenten.
Wederhoor
Reactie Burgemeester Gert-Jan Kats:
“De gemeente Veenendaal heeft kennisgenomen van de strekking van het artikel over het LSI-project. We herkennen ons niet in het frame dat Bureau Spotlight schetst over de werkwijze die wij gehanteerd hebben bij de uitvoering van dit project. Het opsporen van fraude is een wettelijke taak die we als gemeente moeten uitvoeren. Dat doen we volgens en binnen de daarvoor geldende wet- en regelgeving. Daarnaast vinden we het belangrijk dat mensen die zorg nodig hebben, dat ook krijgen. Onder andere het LSI-onderzoek helpt ons om meerdere schrijnende zorgsituaties aan het licht te brengen. In deze gevallen hebben we passende zorg en ondersteuning kunnen bieden. We vinden het kwalijk dat, zover als wij nu kunnen bepalen, dit artikel anders beweert en uitgaat van wantrouwen tegenover onze inwoners. Wij nemen daar afstand van, zeker gezien het feit dat wij de onderzoekers tot in detail onze werkwijze en de totstandkoming daarvan hebben toegelicht.”
Reactie Minister Carola Schouten:
“Wij willen uitgaan van vertrouwen in mensen. Vanzelfsprekend moeten we ook controleren of er terecht een beroep wordt gedaan op uitkeringen en moet fraude aangepakt worden. Bij die controles moeten we altijd oog houden voor de menselijke maat en scherp zijn op hoe we dat doen. Om die reden vind ik het ook belangrijk dat we met een kritische en open blik kijken naar huidige praktijk. We zijn daarom gestart met een evaluatie van de LSI en de manier waarop daarin wordt gewerkt. Onderdeel daarvan is een externe doorlichting van het proces, waar ook de bevindingen van Argos bij betrokken worden. Daarnaast gaan we samen met de LSI-partners – mede naar aanleiding van uw uitzending [de uitzending van Argos red.] – goed kijken naar de wijze waarop signalen tot stand komen.”
Reactie Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG):
De VNG heeft een belangrijke coördinerende en adviserende rol in LSI-projecten en heeft op verzoek van Argos een uitgebreide reactie gegeven op de kritiekpunten. VNG erkent dat ‘de verwerking van gegevens in LSI-verband een forse inbreuk kan zijn op het grondrecht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer’ maar stelt ook dat ‘fraudebestrijding een belangrijk en legitiem doel is dat niet mogelijk is zonder enige vorm van gegevensverwerking’. VNG laat weten dat artikel 64 Wet SUWI de basis is voor het LSI-convenant op basis waarvan de overheden samenwerken en gegevens delen. Volgens VNG wordt op deze manier zorgvuldig omgegaan met het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Volgens VNG ‘wordt steeds het gesprek gevoerd over het risico op stigmatisering en is dit daarmee onderdeel van de weging en de aanpak. Door diverse waarborgen in het project wordt er rekening gehouden met dit soort risico’s’. Verder erkent VNG dat artikel 64 Wet SUWI niet gaat over bijvoorbeeld zorg. ‘Echter, zijn wij ook van mening dat handhaven niet betekent dat deelnemende partijen aan een LSI-project de ogen sluiten, wanneer wordt gestuit op situaties waarin degene die gecontroleerd wordt ook zorg of ondersteuning nodig heeft. Dit gebeurt vaak op nadrukkelijk verzoek van de opdrachtgevende gemeente.’