Uit meetrapporten blijkt dat de uitstoot van stikstof (NOx) en zwaveldioxide (SO2) binnen de wettelijke normen vallen bij de Edese biomassacentrales. Toch betekent deze uitkomst niet dat omwonenden zich geen zorgen hoeven maken. Want ook binnen de normen kunnen schadelijke stoffen effecten op omwonenden hebben, stelt universitair hoofddocent Ulrike Gehring van de Universiteit Utrecht, expert op het gebied van luchtverontreiniging en gezondheid.
Fijnstof
Eén van de schadelijke stoffen die vrijkomt bij de verbranding van biomassa, is fijnstof. Het is bekend dat fijnstof zelfs bij lage concentraties invloed heeft op de gezondheid. Ook blootstelling die binnen de Europese norm ligt, heeft invloed op iemands levensverwachting. Het inademen van fijnstof wordt in verband gebracht met hart- en vaatziekten en luchtwegaandoeningen. “Als gevolg van kortdurende blootstelling aan hoge concentraties fijnstof kunnen mensen met bijvoorbeeld een longziekte extra klachten krijgen. Langdurige blootstelling kan leiden tot het langdurig beschadigen van de longen, het hart en de vaten”, legt universitair hoofddocent Ulrike Gehring uit.
De wettelijke normen voor de uitstoot van fijnstof liggen in Europa hoger dan de aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Onze overheid streeft ernaar om uiteindelijk uit te komen op de strengere advieswaarden van de WHO, maar daar zijn we nog niet. Voor Ede is dit een grote uitdaging, want vanwege de insluiting door de A12, A30 en N224 en de aanwezigheid van veel agrarische bedrijven, is de concentratie fijnstof in de lucht al hoger dan op veel andere plekken in Nederland.
Luchtkwaliteit op de agenda
Begin dit jaar ondertekende oud-wethouder Vreugdenhil (CDA) het Schone Lucht Akkoord, waarmee de ambitie om de luchtkwaliteit drastisch te verbeteren werd vastgelegd. Onderdeel hiervan is het verminderen van de uitstoot van de Edese biomassacentrales. De gemeente heeft ook toegezegd dit jaar beter te kijken naar de effecten van de uitstoot van de centrales op de directe omgeving. Hierbij wil de gemeente voor het eerst ook kijken naar de uitstoot van fijnstof.
Deze houding tegenover de uitstoot van de biomassacentrales had de gemeente niet altijd. Het onderwerp lijkt past sinds kort serieus op de agenda te staan. In februari dit jaar probeerden D66, PvdA en Burgerbelangen met een motie de uitstoot van fijnstof te verminderen. Onderdeel hiervan is volgens de partijen het stellen van strengere uitstooteisen aan de biomassacentrales. Wethouder Veltman (VVD) reageerde op de motie dat de drie biomassacentrales in Ede uitgerust zijn met filters en dat hun uitstoot wordt gemeten. Zij wees op controles op de kwaliteit van het hout en de verbranding, om te voldoen aan de emissienormen. Deze motie werd daarom verworpen.
Toch was er bij alledrie de centrales al eens sprake van een overschrijding van de norm: er werden te veel schadelijke stoffen uitgestoten. Een incident bij de centrale aan de Knuttelweg leidde in februari zelfs tot het opleggen van een dwangsom. Naar aanleiding van het incident werd een interpellatiedebat gevoerd, waaruit bleek dat meerdere partijen in de gemeente zich zorgen maken om de uitstoot van de biomassacentrales en meer controles willen.
Elk beetje telt
De gemeente lijkt de uitstoot van de biomassacentrales dus sinds kort aan te willen pakken, maar intussen branden de ovens van de centrales al enkele jaren. De Gelderse GGD’s beantwoordden in 2019 vragen over de uitstoot van biomassacentrales van provincie Gelderland, waarin zij benoemden kleine- en middelgrote biomassacentrales aan minder strenge eisen hoeven voldoen dan grote centrales, waardoor de mogelijkheid ontstaat dat deze dichter op woonwijken staan en omwonenden meer worden blootgesteld aan schadelijke stoffen als fijnstof. De GGD ontmoedigde daarom de bouw van biomassacentrales ‘op plekken waar mensen langdurig verblijven’. De Edese biomassacentrales waren toen al gerealiseerd.
De biomassacentrale die aan de Geerweg middenin een woonwijk staat, draait al sinds 2016, en de centrale aan de Knuttelweg die naast een woonwijk ligt, is inmiddels meer dan een jaar in werking. In december sprak het college van “een beperkt negatief effect op de lokale luchtkwaliteit” door de uitstoot van de biomassacentrales. Benadrukt werd dat particuliere open haarden vervuilender zijn dan de centrales.
Volgens Gehring is de redenatie dat er andere grotere factoren van luchtverontreiniging zijn geen goede reden om de biomassacentrales te plaatsen in en rondom woonwijken. “Als er een snelweg en landbouw in de omgeving is, zoals in Ede, dan heb je al veel fijnstof en luchtverontreiniging. Waarschijnlijk is de invloed van de biomassacentrales in getallen beperkt, maar het belangrijkste is dat meer blootstelling meer kans geeft op gezondheidseffecten voor omwonenden. Om dan te zeggen: ‘Er is al zo veel, dus extra blootstelling maakt niet uit’, dat vind ik geen goed verhaal.”
Het plaatsen van biomassacentrales in of rondom woonwijken, raadt Gehring daarom af. “Vanuit mijn expertise en omdat de effecten van de biomassacentrales op de luchtkwaliteit vrij lokaal zijn, zou ik adviseren om ze het liefst op andere plekken te plaatsen. Afstand tot de bron is belangrijk. Als alternatief zouden strengere eisen aan kleinere biomassacentrales overwogen kunnen worden, zoals bijvoorbeeld hogere schoorstenen, zodat zij minder impact hebben op de lokale omgeving.”
Omdat er momenteel veel vragen vanuit lokale partijen en burgers zijn, gaat de gemeente extra metingen uitvoeringen om de luchtkwaliteit in de omgeving van de biomassacentrales beter in beeld te krijgen. Deze metingen zouden in april plaatsvinden, maar zijn door de coronamaatregelen uitgesteld. Wanneer het weer mogelijk is om langs te gaan bij de centrales, gaat de gemeente deze emissiemetingen alsnog uitvoeren.
Bureau Spotlight doet onderzoek naar de biomassacentrales in Ede. Wil jij je ervaring delen? Stuur dan een mailtje naar [email protected], dan nemen we contact met je op!