Het aanbod digitale kerkdiensten was in de coronacrisis enorm en binnen no-time vonden veel kerken manieren om elkaar coronaproof te ontmoeten. Toch lijkt de verbinding met elkaar en met het geloof veranderd. Zo blijkt uit onderzoek van de EO en het ND dat bijna één vijfde van de kerkgangers door corona geen kerkdiensten meer bijwoont, zowel digitaal als fysiek. Ondertussen bidden gelovigen wel meer dan voorheen en nemen mensen meer ruimte voor stille tijd en meditatie.
Samen via Teams
Bij Eldad Community, een onafhankelijke kerk in Ede, willen ze één grote familie zijn: ze voelen zich geen onderdeel van een bestaande stroming en iedereen, met welke geloofsachtergrond dan ook, is welkom. “De ontmoeting en onze focus op Christus zijn het belangrijkst”, vertelt Sijbrand van der Schans, voorzitter van het bestuur bij Eldad. Om die community in stand te houden, moesten ze actie ondernemen. “Al snel organiseerden we via Teams bijeenkomsten in kleine groepjes. We wilden per se het samenkomen erin houden.”
Om de gemeenteleden betrokken te houden, koos ook de Evangelisch-Lutherse gemeente in Ede voor de digitale weg. Scriba (secretaris) Daan van Doorne vertelt: “In de pandemie was maar een handjevol mensen fysiek bij de dienst. We wilden de regelgeving zo zorgvuldig mogelijk opvolgen.” De aanschaf van vaste apparatuur voor livestreams doet vermoeden dat de kerk permanent digitale diensten wil uitzenden. “Maar daar zijn we terughoudend in”, vertelt Van Doorne. “We merken door de pandemie dat dit geen vervanging kan worden van fysieke aanwezigheid.”
Onvervangbaar
Praktisch theoloog Henk de Roest werkte mee aan het CONTOC-onderzoek: hierin werkten wetenschappers over de hele wereld samen om te onderzoeken hoe kerken wereldwijd omgingen met de pandemie. Hoe de kerk aankijkt tegen digitale vormen? De Roest, verbonden aan de Protestantse Theologische Universiteit (PTU) Groningen: “Predikanten waren duidelijk: je schakelt niet zomaar over naar online. In de fysieke communicatie zitten een aantal elementen die heel moeilijk vervangbaar zijn. Koffie drinken en samenzang bijvoorbeeld.”
Vooral dat laatste hebben ze in de kerk van Van Doorne gemerkt. “Samen zingen is onmisbaar”, aldus de scriba. “Er is een bekende Lutherse grap: katholieken bidden zich de hemel in, protestanten preken zich de hemel in en wij? Wij zingen ons de hemel in.” Hanna Rijken is theologe en postdoctoraal onderzoeker aan de Protestants Theologische Universiteit Amsterdam. Zij dook in de kracht van kerkzang en wat daaraan gemist wordt. “In het zingen ervaren mensen dat hun ziel opstijgt naar het hemelse, naar God”, vertelt ze.
De theologe vervolgt: “Ik schrok van mensen die zich somber en zelfs depressief voelen door het gemis van samen zingen.” Rijken merkte dat mensen die deelnamen aan haar onderzoek, hun hart bij haar uit wilde storten. “Mensen schreven heel persoonlijke dingen en wat daarin vooral naar voren kwam, was de eenzaamheid.” Zonder het zingen, missen mensen het omzien naar elkaar én het geloof wordt rationeel. “Ze voelen zich alleen én beleven hun geloof in God veel minder.”
Persoonlijk geloof
Welke invulling van het geloofsleven blijft over als iets als zingen écht niet kan en digitale bijeenkomsten niet de oplossing zijn? Volgens praktisch theoloog Theo Pleizier, die net als Henk de Roest aan het eerder genoemde CONTOC-onderzoek werkte en verbonden is met de PTU Groningen, zit het antwoord in de persoonlijke herontdekking van het geloof. “Het christelijk geloof gaat om stil worden en je afvragen wat je roeping is in het leven. Voorgangers zagen de eerste coronamaanden meer kans om dat persoonlijk geloof te ontdekken. Wat betekent geloof voor mij, voor ons als kerk?”
Bij Eldad hebben ze die les opgepakt. Van der Schans: “ De pandemie riep bij ons de vraag op hoe je nu precies community, die familie, bent. Het stimuleert het creatief nadenken. Wat blijkt: het moet niet van de zondagochtend afhangen.” Eldad ging terug naar de huiskamer. “We voerden gesprekken in kleine groepjes, juist ook doordeweeks. We leven voor de familie die we samen zijn en leren juist door te praten met elkaar hoe je leeft met God.”
Geen keuze
Ook bij de Evangelisch-Lutherse gemeente ging het gemeenteleven “door een zeef”, zoals Van Doorne het omschrijft. “Corona stemt tot nadenken. Het heeft als het ware een reinigend effect: kerken moeten niet denken dat ze teruggaan naar hoe het vroeger was.” De coronacrisis is volgens hem lang niet alleen ellende. “Het brengt het beste in mensen naar boven. Is er te weinig persoonlijk contact? Dan moet je iets anders verzinnen. Doe je best maar!”
De pandemie zette kerken dus voor grote uitdagingen: bijna één op de vijf kerkgangers woont door corona geen kerkdiensten meer bij volgens de EO en het ND. Maar deze tijd gaf kerken ook de kans voor intiemer contact te gaan: niet met z’n allen in een gebouw, maar met gesprekken in kleinere setting. In een-op-een contact is er meer aandacht voor elkaar. De kerk is gedwongen op een nieuwe manier dichter bij elkaar te komen. Of zoals Van Doorne samenvat: “We hadden geen keuze: we konden er beter iets van maken, dan er niets van maken.”