Nuance aanbrengen in een tijd waar goed en fout zwart-witte begrippen zijn is wat mij betreft essentieel. Het niet met elkaar eens zijn maar wel door één deur kunnen is veel beter dan elkaar de tent uit vechten (ik denk niet dat niemand het daarmee oneens is). Rutger Bregman doet precies dat, maar dan in het groot.
Zijn boek schildert een nieuwe geschiedenis van de mens. Hij benoemt grote ontwikkelingen en gebeurtenissen uit de geschiedenis en stelt deze aan de kaak, ontrafelt en nuanceert. Hij onderbouwt zorgvuldig en als je me niet gelooft lees dan de vijftig pagina lange bronnenlijst er maar op na.
In dit boek ontkom je er als lezer niet aan om anders naar de wereld te kijken, of er in ieder geval over na te denken.
Is het dan allemaal perfect? Nee, gelukkig niet. Zoals bij elk journalistiek publicatie mag er weerstand zijn. En zo ook hier. Uiteindelijk is dit boek geen antwoord op al het kwaad in de wereld. Het pakt (zoals menig journalistiek werk) opvallende uitzonderingen en analyseert deze. Het boek zegt niet zoveel over het ‘alledaagse onrecht’ en levert geen sluitend bewijs dat de mens werkelijk goed is.
Voor mij hoefde dat ook niet. Ik had genoeg aan de hoop die gekweekt werd. Misschien zijn we niet goed. Maar misschien, zoals ik in de kerk leerde, zijn we ook niet zo slecht.