Samen met Follow The Money startte onderzoeksjournalistiek platform Pointer een onderzoek naar de onteigening van Joods vastgoed en degenen die hier flinke winst op maakten. De Duitse bezetter nam voorafgaand aan de vervolging van joden hun eigendommen af, waaronder ook hun huizen. De opbrengsten van de verkoop van vastgoed droegen bij aan de oorlogsuitgaven. “Ironisch genoeg betalen de Joden indirect mee aan hun eigen vervolging. Van de winst worden namelijk anti-Joodse maatregelen gefinancierd, zoals kamp Westerbork en treintransport naar andere kampen”, schrijft Pointer.
Dit pijnlijke stukje geschiedenis was mij nog onbekend. Als iemand die een halve eeuw na de Tweede Wereldoorlog is geboren, leerde ik voornamelijk over deze periode uit de geschiedenisboeken op de middelbare school. Hierin kwam de onteigening van vastgoed en hoe deze diefstal bijdroeg aan de jodenvervolging niet naar voren. Ook hoor ik hier nooit over op 4 mei en lees ik er niet over in de media. Pointer schijnt hiermee een voor mij nieuw licht op de Tweede Wereldoorlog.
Het meest schokkende vind ik dat de Belastingdienst miljoenen euro’s verdiende aan de handel in joods vastgoed. “Ambtenaren bij de Belastingdienst werkten veelal zonder tegenstribbelen mee met de nazi’s’”, schrijft Pointer. In totaal is voor 580 miljoen euro, omgerekend naar nu, aan joods vastgoed geroofd. Ik vind het mooi dat Pointer hier licht op schijnt, zowel door dit soort harde onderzoeksverhalen, maar ook door persoonlijke portretten te maken van mensen die het overkwam.
Het verhaal lees je hier op de website van Pointer. Aansluitend is dit portret van Heintje van Hamberg ook erg mooi.