Allereerst de vraag: waarom hebben gemeenten eigenlijk een inclusiebeleid? De basis daarvoor werd gelegd in een VN-verdrag voor de inclusie van mensen met een handicap. Daarmee werd het in 2016 verplicht dat gemeenten hiervoor beleid opstellen. Meestal resulteerde dit in de Lokale Inclusie Agenda. Voor de inclusie van lhbti’ers is er geen verplichting. Gemeenten kunnen daarom zelf kiezen of ze hier wel of niet actief beleid voor voeren.

In regio Foodvalley zeggen alle gemeenten inclusie van lhbti’ers belangrijk te vinden. Toch is er weinig concreet beleid in deze regio. Dat maakt ons nieuwsgierig: wat kan een gemeente op beleidsgebied precies doen aan lhbti-inclusie? Movisie is een organisatie die zich landelijk inzet voor een betere aanpak van sociale vraagstukken. Movisie begeleidt de 56 regenbooggemeenten in het zogeheten Koploperprogramma, maar ook andere gemeenten kloppen bij hen aan om advies. “Wij zeggen dan: niets móét”, aldus Charlot Pierik, adviseur inclusie en beleid bij Movisie. Ze werkt onder andere aan het project Regenboogsteden, waar ook regenbooggemeente Ede deel van uitmaakt. “De landelijke overheid wil niets opleggen, het moet iets zijn wat gemeenten zelf willen.”

Verschillende vormen

We hadden gehoopt bij Movisie concrete handvatten te vinden voor lhbti-inclusie. Zo makkelijk was het niet. Er zijn wel meerdere documenten met tips te vinden, zoals de handreiking voor lhbti-inclusie en een handreiking voor lhbti-inclusie voor christenen. Maar echt een standaard succesformule is er niet. Tegelijkertijd is de rol van de gemeente bij inclusie ook beperkt. Pierik: “Het is zo dat gemeenten indirect wel wat kunnen doen, maar erg weinig direct. Ze kunnen wel burgerinitiatieven stimuleren, faciliteren, financieren en zichzelf uitspreken natuurlijk.” Die indirecte benadering zien we ook terug in regio Foodvalley. Zo zei gemeente Ede: “Wij gaan geen feest organiseren voor lhbti’ers. Dat soort dingen moeten echt wel georganiseerd worden door mensen zelf.” Dat neemt volgens de gemeente niet weg dat ze bij de organisatie wil helpen.

Een ander voorbeeld van een indirecte aanpak die aansluit bij de actualiteit komt uit gemeente Nijkerk. Trots vertelde de gemeente over een filmpje van een jongerencentrum in Nijkerk. Het centrum maakte een filmpje over jezelf zijn naar aanleiding van een transfobe scheldpartij op straat.

Buiten ondersteunen wat al in de maatschappij gebeurt of initiatieven die aansluiten bij hun ambities aansporen kunnen gemeenten dus niet zoveel doen. Aanvankelijk dachten wij dat een effectief inclusiebeleid wel uitgebreid op papier moest staan. Volgens Pierik is het voor een structurele ondersteuning van inclusie wel belangrijk dat hier iets van een plan achter zit, maar “dat hoeft niet per se een heel zwaar beleidsplan te worden.”

In de praktijk kan lhbti-inclusie namelijk ook klein beginnen. Pierik: “We spreken vaak met gemeenten over partijen aan wie ze subsidie geven. In de subsidieafspraken tussen gemeente en de organisatie kan dan een alinea worden opgenomen waarin staat dat ze zich inzetten voor inclusie. Dat zijn allemaal kleine stapjes, maar uiteindelijk maken die kleine stapjes misschien wel één grote stap.”

Specifiek inclusiebeleid

In regio Foodvalley voeren gemeenten vaak een algemeen inclusiebeleid. Toch benadrukt Pierik het belang van specifiek inclusiebeleid voor lhbti’ers. “Het risico bij algemeen beleid is dat niet alle groepen aan bod komen. Soms zijn er gewoon groepen die hele specifieke aandacht nodig hebben, zoals bij zorg voor trans personen. Dat is heel specifieke zorg en dat kan niet elke maatschappelijk werker bieden.”

Pierik benadrukt het belang van maatwerk omdat elke gemeente een ander karakter heeft. “Er zijn gemeenten die moeite hadden met de regenboogvlag omdat het ook een symbool is voor christenen. In Barneveld heb je daar bijvoorbeeld mee te maken. Daar is geen officieel gemeentebeleid maar er zijn bijvoorbeeld wel initiatieven vanuit kerkleden.”

Schermafbeelding 2022-03-28 om 17.30.33
Samen met belangenorganisatie SHOUT schilderde burgemeester Vermeulen van Wageningen een regenboogpad. Zo werkt gemeente Wageningen aan inclusie.

Hoe evalueer je het beleid?

Om te meten of beleid effect heeft, is evalueren belangrijk. Hoe weet je of inclusiebeleid tot het gewenste resultaat leidt? “Dat is lastig te evalueren. Wij moedigen gemeenten wel van harte aan om na te denken over wat ze willen bereiken en welke activiteit daarbij hoort”, aldus Pierik. Ook in praktische zaken als personeelsbeleid komt dit probleem terug. Zo wil gemeente Ede niet alleen werken aan inclusie, maar ook zelf een inclusieve organisatie zijn. Tegelijkertijd mogen ze niet aan hun personeel vragen of ze lhbti’er zijn. Of ze ook een inclusieve organisatie zijn, is dus niet te meten.

Acceptatie en veiligheid van lhbti’ers valt in enquêtes wel te meten maar of dat komt door het beleid van de gemeente is niet na te gaan. “Impact meten is dus een uitdaging, maar ik zou het wel leuk vinden als de gemeenten een keer in algemene enquêtes vragen van ‘weet je dat er een regenboogpad is en waar die voor is?”, zegt Pierik.

Veel inclusiebeleid stimuleert dus vooral wat in de maatschappij al gebeurt. En of dat beleid is opgeschreven of dat het meer informeel is maakt minder uit dan wij aanvankelijk dachten. Waar we nieuwsgierig naar zijn, is wat er dan allemaal in die maatschappij gebeurt. We gaan in gesprek met verschillende mensen en groepen die zich inzetten voor lbhti’ers in regio Foodvalley. Daarover later meer. Heb je intussen vragen of opmerkingen? Mail dan naar bureau@bureauspotlight.nl.

Deze publicatie kwam mede tot stand door financiële steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (www.fondsbjp.nl) en het Lira Auteursfonds Reprorecht. Bureau Spotlight is een onafhankelijke onderzoeksredactie in de Foodvalley.

LogoSmaragdgroen
JournalistiekTheater_CULTURA_bureauspotlight_STUDIOSAVAN_46 cropped

Fleur Bubbert

Onderzoeksjournalist

Fleur Bubbert is freelance journalist. Voor Bureau Spotlight onderzocht ze onder andere de Edese biomassacentrales en de lhbti-inclusie in …
Profiel-pagina