Samen met twee vrienden begon Xander formeel in 2017 Astrant, het poppodium van Ede. Juist omdat gemis van een alternatieve plek voor jongeren in Ede op te vullen. Intussen zijn ook zo’n honderd vrijwilligers betrokken, vertelt Xander trots. “Ik heb de vetste baan die ik kan wensen op dit moment. Astrant, ons kindje, is aan het opgroeien, aan het puberen. We proberen van alles uit. We kijken wat goed gaat en wat minder goed bevalt.”
Eén grote Super Mario-wereld
Aanvankelijk wilde ik Xander spreken om hem beter te leren kennen. In de media gaat het vaak over wat hij doet, maar wat motiveert Xander nu precies en wie is hij? Tijdens het gesprek hadden we het echter meer over hoe Xander de wereld voor zich ziet. Al bij de vraag ‘ben je in Ede opgegroeid?’ ging het direct over wat Ede is en hoe het beter kan worden.
Xander is opgegroeid in Veldhuizen. “Het industrieterrein de Kievitsmeent was nog in aanbouw. Dat was één grote Super Mario-wereld met geulen en grote pijpen waarop je kon lopen en in kon kruipen. Dat was echt een avonturenland voor mij en mijn vrienden. In Ede opgroeien is heel tof, tot je wat ouder wordt. Dan wil je het liefst wel wat meer.”
Tiener in Ede
“Als je opgroeit, krijg je je eigen stijl. Je kijkt naar andere subculturen en je wil je ergens mee identificeren. Toen ik naar de middelbare school ging, luisterde ik behoorlijk veel naar punk. Ik was de enige in de klas die daar naar luisterde. Ik vroeg me af hoe je mensen ontmoet die dezelfde muziek tof vinden en met wie je het er over kan hebben. Dat vind ik essentieel als je opgroeit, dat je je met bepaalde dingen kunt identificeren. In Ede miste ik dat.” Samen met wat vrienden ging Xander daarom altijd Ede uit om naar concerten te gaan. Hij zocht die erkenning ergens anders op. “Als je in Nijmegen of Utrecht opgroeit is dat anders. Daar is echt een popscene, in Ede is die er niet.”
Na de mavo, zocht Xander naar wat hij precies wilde in het leven. “Wat ik wel wist, was dat ik voor mijzelf wilde beginnen later. Eigen baas spelen.” Hij ging aan het ROC studeren en volgde daar twee opleidingen. Daarna had Xander verschillende baantjes. Assistent filiaalmanager bij een kledingwinkel, piercer in Utrecht en later bij een tattooshop.
“Dat waren allemaal leuke functies om te beginnen met je carrière. Maar ik vroeg me af, is dit het?’ Als ik later oud ben, kan ik dan met trots zeggen: ‘ik heb jeans verkocht?’ Donder op weet je. Ik werd daar zo ongelukkig van dat ik HBO ben gaan doen.”
Xander vraagt of ik wat wil drinken. Koffie is er niet, dus het wordt thee. Terwijl hij naar binnen loopt om de thee te zetten licht hij toe: “Mensen die koffie drinken vind ik vaak echt, echt, echt uit hun mond stinken. Vroeger had je docenten die achter je kwamen staan om iets uit te leggen als je in de klas zat en dan hijgden ze zo in je nek.” Xander trekt een vies gezicht. “Ah, ik ruik het zo nog.”
Raves
Hoewel Xander na zijn studie niet goed wist wat hij met zijn ‘officiële’ carrière wilde, timmerde hij onofficieel al aan de weg. Samen met vrienden organiseerde Xander feesten. Technisch gezien illegaal, in een oude basisschool in Ede aan de Veenderweg. “In 2008 was de eerste. ‘s Avonds begonnen we dan met bandjes. Veel punk, soms ook metal. En dan om twaalf uur gingen de lampen uit en de discobal aan, bij wijze van, en werden er plaatjes gedraaid. Dat was alleen maar drum & bass en jungle.”
“Er waren zoveel verschillende mensen bij elkaar. Dat vind ik nog wel het tofste. Wij waren dan de alternatieve groep, dan had je ook – kort door de bocht – een groep met museumpleingangers, een groep gabbers, een groep jongens van het Soembaplein, mensen van allochtone afkomst. Dat was best dope. Als je twee- á driehonderd mensen samen krijgt per keer, die allemaal komen voor de muziek en voor de goede vibes, dan is er blijkbaar iets om te doen. Dan zie je de kracht die er in zit.”
“Dat hebben we twee jaar gedaan. De krakers die er in zaten gingen weg en toen zijn wij ook weggegaan. We zijn in Nijmegen verder gegaan met het organiseren van feesten. Toen we daarmee stopten, toen waren we in Ede al zover met de lobby voor een poppodium dat we in een keer door konden.”
Rond die tijd was Xander ook klaar met zijn HBO-opleiding. Zelf vindt hij dat hij altijd direct doorgegaan is naar het volgende project en dat hij nooit in een zwart gat terecht is gekomen. “Dat vind ik soms wel jammer. Ik zou soms best wel eens een tijdje weg willen gaan, naar Oostenrijk ofzo. Even mezelf vinden, los gaan van alles.”
(te) Ambitieus
“Er gaat zoveel tijd in Astrant zitten dat ik op dit moment ook niet goed weet hoe ik me moet oriënteren op dingen die ik nog meer wil doen. Dat is het nadeel van je eigen toko hebben, daar kom ik bijna niet meer aan toe. Ik heb ook ambitie om voor de klas te staan. Of politiek lokaal meer te betekenen. Hoe ga je dat combineren? Je wil overal ja op zeggen. Het is te vet voor woorden, maar je komt niet aan andere dingen toe. Ik schilder heel weinig nog maar, ik doe heel weinig met muziek.”
Er zitten grenzen aan wat allemaal mogelijk is. Hij zegt het niet met zoveel woorden, maar op mij komt Xander over als iemand die de lat hoog legt voor zichzelf. Vorig jaar liep Xander zichzelf voorbij. “Het is natuurlijk een dunne grens tussen super dedicated zijn en een burnout krijgen, Ik dacht altijd dat ik onverslaanbaar was, maar vorig jaar heb ik voor het eerst tegen een soort constante nervositeit aangezeten. Ik dacht: dit is niet hoe ik in elkaar steek en ik trap meteen de rem in. Allemaal leuk en aardig, maar dat is het mij niet waard – dat ik zelf naar de klote ga. Dat gaat nu goed, we hebben goede afspraken gemaakt binnen het team.”
Toch is die ambitie er niet helemaal uit. Lachend: “Dertig is het nieuwe twintig. Ik vind dertig een hele vette leeftijd, tot nu toe. Nu ben ik 33 en ik weet nu zoveel meer dan vorig jaar. Ik wil nu ik jong ben – voor mijn veertigste, dat noem ik maar even jong – wel bepaalde dingen gedaan hebben. Ik wil politiek mijzelf ingezet hebben. Meer ervaring hebben met voor de klas staan. Die druk voel ik ook.”
Politiek
“Ik heb hier mijn eigen werk gecreëerd door te laten zien dat er lokaal vraag ergens naar is. We hebben daar zo’n negen jaar op geanticipeerd en gewerkt aan hoe we dat konden vormgeven. Dat Astrant er uiteindelijk is gekomen, is een politiek verhaal. Ik zou graag in Ede willen laten zien wat politiek kan doen. Meer mensen bij politiek betrekken. Politiek, het is niet tof, maar je kunt het wel tof maken.”
We hebben het over politieke partijen en bij welke partij hij het meest voelt. Een duidelijke partij komt er niet uit, als het maar progressief en groen is. En zeker niet christelijk. “Ik heb wel op een christelijke school gezeten en vind sommige lessen uit de Bijbel best mooi. Maar ik heb nooit begrepen hoe hard mensen er op kunnen gaan. Wat jij gelooft moet je zelf weten. Ik vind het een heel kwalijk ding. Niet religie an sich maar het lastigvallen van mensen met jouw geloof. Het is mooi dat mensen hoop kunnen halen uit hun geloof, maar soms wordt het door de strot geduwd.”
Zijn eerste politieke standpunt heeft Xander al wel. “Als het aan mij ligt mag je kinderen pas vanaf hun 18e blootstellen aan geloof en religie. Dat zou ik meteen als motie indienen, niet dat het ooit aangenomen zal worden.”
Bureau Spotlight schrijft in Sleutelfiguren over mensen die op kleine of grote manier iets betekenen voor hun omgeving. Ken jij zo iemand? Mail dan naar [email protected].
|
|