René groeit op in Scherpenzeel in een reformatorisch christelijk gezin. Hoewel de verzuiling al een tijdje achter ons ligt, voelt dat niet zo voor René. “Wij zaten op een reformatorische school en ons zaalvoetbalteam bestond uit jongens uit dezelfde kerk. Dan had je ook nog de hervormde kant en mensen die niet kerkelijk waren en die hadden weer een bloedhekel aan alles wat christen was. Als ik een keer een nieuw vriendje had, durfde ik niet te vertellen dat ik naar de kerk ging. Die dorpse verbondenheid was er wel, maar alleen binnen je eigen zuil.”
Al snel begint René vraagtekens te zetten bij de religie van zijn ouders. Zodra het kan stapt hij uit de kerk. De randen opzoeken van de groep waarin hij zich bevindt om te zien of daar iets anders of beter kan, blijft een thema voor René.
Na de middelbare school gaat René studeren, maar erg bewust is zijn studiekeuze niet. Twee klasgenoten gaan werkbouwtuigkunde doen: “Ik dacht, ik ga gewoon met die gasten mee.” Bij de opleiding koos hij in jaar één de afstudeerrichting Product Design Engineering, waar de focus ligt op het ontwerpen van producten. “Ik zag daar mensen die anders in het leven stonden en die probeerden de wereld van de andere kant te bekijken. Mensen met tattoo’s en ringen in hun oogleden en oren, allerlei hanenkammen… Ik voelde me daar heel erg thuis. Creativiteit had ik en ik hield van mooie dingen maken. Dus ik heb die afstudeerrichting gekozen.” René kreeg geen spijt van zijn weinig doordachte beslissing. Op de opleiding leerde hij anders naar de wereld kijken. “Als ontwerper breng je allerlei bestaande elementen samen tot iets nieuws. Dat is nog steeds de rode draad van wat ik graag doe.”
De wijk als focus
Na zijn studie gaat René aan de slag als constructeur en hij wordt daarna trainee bij de Nationale Spoorwegen (NS). Bij de NS groeit René door en gaat hij aan de slag als projectleider. Zo doende is hij bezig met vernieuwingen in de organisatie, zoals een nieuwe manier van treinonderhoud en de samenwerking met onderhoudsbedrijven. Niet alleen in zijn werk blijft René de randjes opzoeken om te zien wat er anders kan, ook privé zit hij niet stil. Het is 2012 en inmiddels woont hij al twee jaar in Kernhem. “De wijk staat bekend als een betere wijk en financieel hebben mensen het daar goed. Dat is echt uiterlijke schijn. Ja, mensen hebben een hoger inkomen dan gemiddeld, maar als je een tijd in die wijk leeft en je hoort de verhalen van mensen, dan zie je dat er super veel ook gewoon kapot is. Er zijn veel relaties kapot, jeugd die alleen maar achter hun smartphone zit, geen voetbal in de kooi, speeltuintjes waren leeg. Er was toen nog geen winkelcentrum, iedereen leefde langs elkaar heen. Je zwaaide misschien een keer op de parkeerplaats. Toen begon voor mij te borrelen dat hier iets te doen was.”
De dorpse verbondenheid die hij in zijn eigen zuil in Scherpenzeel wel kende, mist René in Kernhem. Samen met een vriend gaat hij geregeld een balletje trappen in de voetbalkooi van Kernhem. Gaandeweg komen er wat kinderen meedoen en komen er ook ouders kijken om te zien wat er gaande is. De dinsdagavond wordt synoniem met voetballen in de kooi. “We namen een keer chips mee en wat te drinken, het werd steeds gezelliger.”
KenHem
Het voetballen in de kooi is het begin van KenHem, een organisatie die zich naar eigen zeggen inzet om Kernhem tot bloei te brengen. Inmiddels zijn er bij KenHem zes samenwerkingsverbanden opgezet, die ze communities noemen. Rondom voetbal dus, maar ook een community om gebruiksvoorwerpen als een heggenschaar samen te delen en één waarin wijkbewoners voor elkaar zorgen door een keer te koken of door te klussen. Er is er een Kids community, waar activiteiten voor kinderen in de wijk worden georganiseerd en waar ouders samen een opvoedcursus volgen. Ook is er een community waarin bewoners van Kernhem de wijk willen vergroenen door samen zonnepanelen in te kopen. Als laatste is er een zinzoekers community waar mensen samen zoeken naar de zin van het leven.
Die communities ontstonden heel geleidelijk. Neem de zorgcommunity bijvoorbeeld. Tijdens het voetballen hoort René van een van de kinderen dat zijn vader het moeilijk heeft omdat zijn moeder is overleden. “Toen dacht ik, kunnen we niet zo af en toe voor die man koken? Ik ging praten met die vader toen hij een keer op het bankje bij het voetballen zat en wij zochten binnen ons netwerk naar mensen die het leuk vinden om te koken.” Daaruit ontstond een groep mensen in de wijk die wijkgenoten die dat wel kunnen gebruiken een handje helpen.

Focus
In 2017 stopt René bij de NS om zich helemaal te focussen op ‘wijkpionieren’, het verbeteren en leefbaar maken van wijken. In eerste instantie in Ede. Die stap ging René niet gemakkelijk af. “Dat vond ik echt eng. Dat heeft me ook wel echt tijd gekost. Met je carrière binnen NS heb je heel veel zekerheid, je kan altijd doorgroeien. Een gouden kooi werd het ook regelmatig genoemd. Je voelt je heel goed, maar eigenlijk zit je gewoon gevangen.”
Die zekerheid heeft René nu niet. “Elk jaar ben ik in gesprekken met fondsen en subsidieverstrekkers. Dan ben je bezig met de vraag ‘bestaan we over een jaar nog?’ Daar moet je op een gegeven moment haast onverschillig in staan, want anders word je helemaal gek. Dat had ik toen totaal niet. Dat is echt een uitdaging die erbij hoort.” Als René het even niet ziet zitten, kan hij gelukkig steunen op anderen. “Mijn vrouw bijvoorbeeld. Als ik in de put zit zegt ze: ‘Dit heb je vier keer per jaar, dus geef het even een paar weken en doe nu geen domme dingen.’ Dat heb je nodig, mensen om je heen die meekijken en kunnen relativeren.”
Nieuwe uitdaging
René praat vol passie over zijn werk en over wijken in het algemeen. Die passie is dan ook wat hem op de been houdt. “Wat zo tof is aan wijken, is dat daar heel veel dingen van het leven samenkomen. Relaties, ouderen, ondernemen, sporten: dat zit allemaal in wijken. Veel wijken in Nederland zijn nu braakliggend terrein omdat de overheid zich terugtrekt en de bewoners te druk zijn om daar iets te doen.” In zijn werk met KenHem komt René op een nieuwe manier in aanraking met het christelijke geloof: het bouwen aan wijken wordt voor hem een manier om zijn geloof vorm te geven.
Stil zitten en genieten van succes is aan René niet besteed. Nu KenHem staat, is René alweer verder aan het kijken. “Direct leiderschap van de communities in Kernhem heb ik overgedragen.” In 2018 wordt stichting KenHem omgedoopt tot stichting R3NEW, om de aanpak van KenHem elders in Nederland ook toe te passen. Voorlopig blijft hij nog dichter bij huis, R3NEW wil eerst nog in andere wijken van Ede aan de slag. Daarover lopen gesprekken met de gemeente, maar “daar kan ik nog niet te veel over zeggen.”
In de serie sleutelfiguren gaat Bureau Spotlight in gesprek met mensen die op kleine of grote manier iets betekenen voor hun omgeving. Ken je zo iemand? Laat het ons dan weten: bureau@bureauspotlight.nl
|
|