Het begin
Voor het ontstaan van Foodvalley gaan we terug naar 2011. Het samenwerkingsverband WERV, met de deelnemende gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal, loopt op zijn eind en besluit zich samen te voegen met Regio de Vallei. Samen met Barneveld, Renswoude, Scherpenzeel en Nijkerk vormen de acht gemeenten vanaf 2011 het samenwerkingsverband Regio Foodvalley. Het doel is ambitieus: “dé Europese topregio worden op het gebied van agrifood door werken en wonen in de regio aantrekkelijker te maken”, zo lezen we op de website van het samenwerkingsverband. De gemeenten werken niet alleen onderling samen om dat te bewerkstelligen, ook ondernemers, onderwijs- en kennisinstellingen en afgevaardigden van de provincies Utrecht en Gelderland hebben een plekje aan de tafel van Foodvalley. In ambtenarenjargon wordt dat ook wel de Triple Helix of de drie O’s (ondernemers, onderwijs en overheid) genoemd.
Wat ze doen
Onder de vlag van Regio Foodvalley lopen meerdere projecten. Gebaseerd op de voortgangsrapportage van 2018 (Groei nr.2) komen we op zo’n 52 projecten verdeeld over zeven werkprogramma’s. De werkprogramma’s zijn economie, werkgelegenheid, voedsel & circulaire economie, duurzaamheid, ruimtelijke ontwikkeling, wonen en mobiliteit.
Voorbeelden
Onder de werkprogramma’s vallen meerdere projecten. Zo valt onder het programma mobiliteit het fietsnetwerk, waarbij een project is opgezet om de fietspaden van de verschillende gemeenten op elkaar aan te laten sluiten. Een ander project, dat onder het programma duurzaamheid valt, is het ‘Regionaal Energieloket’. Het doel van dit programma is het stimuleren van inwoners tot het gebruik van duurzame energiebronnen (zoals zonnepanelen). Om dat te bereiken is er een digitaal platform waar bewoners terecht kunnen met hun vragen en gaan bouwcoalities de wijk in om te peilen wat men doet op het gebied van duurzaamheid en om groene energie te stimuleren.
Hoe is Regio Foodvalley georganiseerd?
Belangrijk om te weten is dat Regio Foodvalley niet functioneert als een zelfstandig bedrijf dat projecten oppakt in regionaal verband. De regio is zo georganiseerd dat de burgemeesters, wethouders en ambtenaren van de deelnemende gemeenten het ‘bedrijf Foodvalley’ draaiende houden. Zoals je ziet is de ‘governance’ van Regio Foodvalley behoorlijk complex. We lichten daarom een paar bouwstenen van de constructie eruit om het uit te leggen.
Het regiokantoor ondersteunt de afgevaardigden van de gemeenten bij het runnen van de foodvalley. Zo dient het regiokantoor als verzamelplek voor de vergaderingen en brengt het kantoor een magazine uit met daarin de ontwikkelingen van Regio Foodvalley.
Het regiokantoor heeft dus een faciliterende functie, maar wie is dan de baas van de regio? Dat is het regiobestuur. In de regio zit van iedere gemeente een burgemeester of wethouder. En de voorzitter is René Verhulst, de burgemeester van Ede. In de statuten van de gemeenschappelijke regeling vinden we de taken terug van het bestuur. Zo stellen zij de plannen van het samenwerkingsverband voor de komende jaren op en zijn ze verantwoordelijk voor de uitvoering van de programma’s en projecten. Daarnaast hebben ondernemers en onderwijsinstellingen een plekje aan de tafel. Uit het document Gemeenschappelijke Regeling, waarin de spelregels zijn vastgelegd van het samenwerkingsverband, concluderen we dat hun invloed niet bindend is. Over hun bevoegdheden staat namelijk niets vermeld. Met andere woorden: ze praten mee maar het regiobestuur beslist uiteindelijk.
Om de raadsleden onafhankelijk te informeren wat er in de Foodvalley gebeurt en om het bestuur te adviseren over wat speelt in de raad, is de regiocommissie in het leven geroepen. Zij zorgen voor informatie over en weer en vormen de schakel tussen regiobestuur en de raden. De informatievoorziening rondom Foodvalley is belangrijk, want net als bij de gemeente controleren de raadsleden het beleid van de burgemeesters en wethouders. De controle werkt als volgt in de praktijk: de raadsleden kunnen commentaar geven op de plannen en financiële stukken van Regio Foodvalley. Op basis daarvan worden de definitieve plannen door het bestuur vastgesteld.
Hoe bevalt de constructie in de praktijk?
Een punt van discussie bij dit soort constructies is vaak of de bestuurders democratisch zijn aangesteld. De bestuurders zijn namelijk niet gekozen door de inwoners, maar aangesteld door de colleges van B&W. Om te voorkomen dat bestuursleden van het samenwerkingsverband vrijuit de lijnen uitstippelen, is in de Wet Gemeenschappelijke Regeling de democratische controle geregeld. Op papier ziet de Foodvalley-constructie er strak uit.
In de praktijk daarentegen vallen er nog flinke stappen te zetten. De raadsleden ervaren namelijk grote afstand tot wat zich in de regio afspeelt, zo concludeerden de Rekenkamers van Ede, Wageningen, Rhenen en Veenendaal. In het rapport ‘Zicht op Foodvalley’ wordt serieuze kritiek op de intergemeentelijke samenwerking geuit. De conclusie in een notendop: “de informatievoorziening aan de gemeenteraden over de doelen van de projecten, de bereikte resultaten en bijbehorende inzet kent gebreken en kan worden verbeterd.”
Wat kost ‘t?
Allereerst zijn er de kosten van het kantoor. De financiering van het regiokantoor bestaat voornamelijk uit de bijdrage van de deelnemende gemeenten. In 2018 is dat een bedrag van iets minder dan 1,4 miljoen euro, wat neerkomt op €2,99 per inwoner.
Daarbovenop komen nog de kosten van de werkprogramma’s. Het totale werkprogramma in 2018 is begroot op circa 3,1 miljoen euro, maar omdat 1,7 miljoen euro werd bijgedragen door derden (o.a. bijdragen van het Rijk, provincies en lokale ondernemers) kom je uit op een netto gemeentelijke inzet van ongeveer 2,8 miljoen euro. Deel je dat bedrag door het totaal aantal inwoners in de Foodvalley (c.a. 350.000), dan komen dat jaar de kosten van het regiokantoor en de werkprogramma’s op zo’n €8 per inwoner.
Eigenlijk vallen de kosten hoger uit, door het maken van niet-zichtbare kosten. Er zijn kosten die gemeenten maken die niet als kosten van projecten of programma’s van de regio worden geregistreerd. Voornamelijk zijn dit de uren die medewerkers in projecten voor de Foodvally steken, die blijven onzichtbaar omdat ze niet worden begroot onder de noemer ‘Regio Foodvalley’.
En wat levert het op?
We kunnen dus een grove inschatting maken van de kosten. Maar wat levert het op? Daar kunnen we helaas weinig uitspraken over doen. De rekenkamers namen een aantal projecten onder de loep, maar omdat doelstellingen niet duidelijk worden geformuleerd valt ook niet vast te stellen of deze worden behaald. Daarnaast zijn de onderzochte projecten nog maar net ‘onderweg’, een aantal projecten ligt op schema (zo is het Energieloket de wijken in getrokken), maar het is nog te vroeg om de maatschappelijke effecten en uitkomsten vast te stellen.
Op papier zijn de resultaten lastig vast te stellen. Maar wat merk jij als inwoner van de samenwerking? Zie jij projecten van de regio terug in je ‘achtertuin’ en hebben die projecten een meerwaarde volgens jou? We zijn benieuwd! Laat een reactie achter door te mailen naar [email protected].