Moet je kijken wat een dingen dat waren!” Frans van der Horst gaat luider praten. Vanuit een stoel tuurt hij naar het laptopscherm op zijn bureau, pal voor het raam. Mannen met boerenpetten rollen één van de drie Edese klokken naar buiten. Drommen kinderen kijken toe. Zeker acht mannen duwen met hun handen tegen één van de gekantelde bronzen kerkklokken om hem overeind te krijgen. “Mijn moeder heeft het natuurlijk heel slordig opgenomen, maar het is toch uniek dat ik deze filmbeelden heb!”, gaat Frans verder. “Ik vind het knap hoe ze dat voor elkaar heeft gekregen.”
De familie Van der Horst woonde in de oorlogsjaren tegenover de Oude Kerk. Moeder Dicky filmde vanuit een bovenraam hoe de klokken op 24 december 1942 uit de toren van de Oude Kerk werden gehaald. Op last van de Duitse bezetter verdwenen in de Tweede Wereldoorlog 6700 klokken uit Nederlandse torens. Velen daarvan werden omgesmolten tot kanonnen.
Na de sluiting van de bij veel Edenaren bekende slijterij/wijnhandel Onder de Toren in 2001 verhuisden Frans en zijn vrouw naar een appartement boven Autohuis Ede van Wirdum aan de Stationsweg. “Ik heb altijd genoeg auto’s voor de deur staan”, zegt Frans grappend. Een plaquette aan de wand herinnert nog aan zijn vroegere zaak aan de Grotestraat, tegenover de kerk. Als zoon nam Frans de slijterij over van zijn ouders, die in 1924 met het bedrijf startten.
Kinderen
Frans heeft grote sprekende ogen en een olijk gezicht. Gekleed in een roze trui blijft hij naar het scherm turen. “Dit filmpje is natuurlijk heel oud”, zegt hij over de beelden die hij zelf ruim vijf jaar terug voor het laatst zag. “Ik herinner me de klokkenroof als de dag van gisteren”, voegt hij eraan toe.
Als negenjarig jochie hoorde Frans die dag een man de slijterij binnenstormen. “De klokken worden eruit gehaald!”, schreeuwde hij. “Mijn moeder is toen meteen naar mijn slaapkamer gegaan om te filmen met haar filmcamera van Agfa. Met mijn zus An stond ik naast haar bij het geopende raam, het was erg koud, dat weet ik nog. Tussen de kinderen en mannen met boerenpetten beneden zag ik mijn vader Frans en zus Lucy staan.”
Ook de tienjarige Joop Righolt, een schoolvriend van Frans, keek op straat onthutst toe. “De klokken hoorden bij Ede. Ze haalden iets weg wat van ons was”, vertelt de nu 85-jarige Joop. “Ik had toen al het gevoel dat de klokken nooit meer terug zouden komen.”
Achtervolging
Na het weghalen van de klokken zouden een boer uit De Valk en de molenaar van de Doesburgermolen nog achter de wagen met de klokken zijn aangegaan. “Ik hoorde dat verhaal van die mannen een dag na de roof in het café”, zegt Frans. “Ze waren op de fiets, maar de wagen ging natuurlijk sneller. Bij Otterlo kwamen ze een kennis met een auto tegen, ook een boer, waarna ze de achtervolging met dit voertuig vervolgden. Een stel Duitsers zou ze hebben gedwongen om bij Elten rechtsomkeert te maken. Dat was het moment waarop ik het zeker wist: die mooie klokken komen nooit meer terug.”
Schilderij
“Ik miste het geluid van de klokken”, blikt Frans terug vanuit zijn leren stoel. Aan de wand hangt een schilderij van de toren van de Oude Kerk en op een bijzettafel staat een platenspeler. “Zonder de klokken was het heel stil. ‘Waarom hebben jullie de klokken weggehaald?’, vroeg mijn moeder later nog eens verontwaardigd aan een Duitser. Ze kreeg als antwoord dat ze die nodig hadden voor de oorlog. Ze zouden de klokken laten omsmelten. Tja”, zegt Frans, “dan ben je toch ook uitgekletst?”
Luidsprekers
De buurman van Frans bedacht volgens hem een tijdelijke oplossing voor het gemis van de klokken. “Naast ons zat een autozaak met een showroom. De vader van mijn buurvriend Jan Robben was een echte techneut. Hij plaatste een platenspeler in de Oude Kerk en hing luidsprekers in de toren. Op de plaat stond het opgenomen geluid van beierende Belgische klokken.” Zo was er volgens Frans tijdens begrafenissen en trouwerijen weer klokkengeluid te horen rondom de kerk.
Hij moest zelf ook wel eens de plaat opzetten. “Met een sleutel kon ik via de achterdeur naar binnen, waar de platenspeler verscholen in een hoek stond. Die plaat kraakte als een sodemieter en het geluid was natuurlijk lang niet zo mooi als voorheen, maar er was tenminste weer iets te horen.”
Tot na de Tweede Wereldoorlog bleef de Oude Kerk zonder klokken. Zoektochten van de gemeente naar de geroofde klokken leverden niets op. Om geld in te zamelen voor nieuwe klokken werd het comité ‘Toren in Actie’ opgericht. Inwoners gaven gul en op 29 april 1949 sloot het gemeentebestuur een overeenkomst met klokkengieterij Petit & Fritsen voor het gieten van drie nieuwe kerkklokken.
In de avond van 18 juni 1949 luidden twee nieuwe klokken voor het eerst in de toren van de Oude Kerk. De derde klok ontbrak, want deze was gebarsten tijdens het gietproces. Eind september 1949 was deze klok gereed, maar toen bleken de klokken als geheel niet meer in de toren te passen. Alledrie de klokken werden daarom opnieuw gegoten en in oktober 1949 vervangen.
Priegelwerk
Voorzichtig haalt Frans de cd-rom uit de dvd-drive. Al het filmmateriaal van moeder Dicky ging naar hem toe. “Mijn vader gaf er niets om. Als mijn moeder iets had opgenomen, zag ik als eerste de beelden”, vertelt de Edenaar. “Ik heb mezelf laatst afgevraagd waarom dat zo was, maar ik kon als enige de viewer bedienen om de filmpjes af te spelen. Vaak plakte ik de filmbeelden ook aan elkaar. Ellende-dingen hoor.”
De beelden van de klokkenroof hebben weinigen gezien. Als eigenaar van slijterij en wijnhandel Onder de Toren en door zijn vinologenopleiding had Frans het veel te druk om ernaar om te kijken. “Het zit ook in mijn karakter. Ik kijk weinig achterom, want daar krijg je maar een stijve nek van. Ik kijk liever vooruit.”
Klokken weg, klokken terug
23 juli 1942 Rijkscommissaris Seyss-Inquart vaardigt Verordening 79 uit, ook wel bekend als de tweede metaalverordening en ‘de klokkenverordening’. In het boek Wie met klokken schiet, wint de oorlog niet staat dat er tijdens de verordening 6700 klokken uit torens zijn gehaald, verdeeld onder de categorieën: A(modernst), B(iets ouder) en C(meest waardevol). Daarnaast krijgen klokken die voor 1600 gemaakt zijn het merkteken ‘M’. Deze bleven dan gespaard.
2 december 1942 Directeur Pauw van Gemeentewerken laat via een brief aan burgemeester Van Dierendonck weten dat de Edese klokken geen merkteken ‘M’ krijgen. De drie klokken zouden onvoldoende historische waarde hebben en daardoor wordt er geen vrijstelling van vordering verleend.
24 december 1942 Twee van de drie klokken worden uit de toren van de Oude Kerk gehaald. Volgens de inventarisatie Klokkenvordering 1942-1943 komen de klokken uit 1922 en 1732 en wegen ze 250 en 895 kilogram.
28 december 1942 De laatste klok wordt uit de toren gehaald. Deze stamt uit 1733 en weegt 1425 kilogram.
18 juni 1949 Ede krijgt drie nieuwe klokken in de toren. De Edese Courant meldt dat klokkengieterij Petit & Fritsen de klokken levert en het bedrijf Eijsbouts het elektrisch uurwerk, de luidinstallatie en de wijzers.