“Het Gebiedsproces het Binnenveld is in november 2021 in het leven geroepen, omdat zonder regie het gebied verrommelt”, zegt Edese wethouder Jan Pieter van der Schans (CDA) in zijn kantoor in het stadhuis op een typische lentedag waar hagel en regen elkaar afwisselen met felle zon. Hij is de voorzitter van het Gebiedsproces. “We werken samen met veel partijen. Daarnaast neemt de complexiteit van ruimtelijke ordening alsmaar toe vanwege de vele maatschappelijke opgaven: woningbouw, agrarische sector, natuur en duurzame energie. Dankzij het Gebiedsproces kunnen we beter ordenen en gezamenlijk de prioriteiten voor de toekomst stellen.” Maar het Gebiedsproces werd afgelopen zomer tijdelijk opgeschort nadat agrariërs uit het overleg stapten, omdat delen van het Binnenveld zijn aangewezen als potentiële woningbouwlocatie.
Welke van alle opgaven voor het Binnenveld heeft volgens u prioriteit?
“De opgave voor de agrarische sector is het meest uitdagend, vind ik. Lastiger dan wel of geen woningen bouwen in het gebied. Als samenleving vragen we boeren om een maatschappelijke ontwikkeling door te maken, zoals hun bedrijfsvoering te verduurzamen en bij te dragen aan biodiversiteit. Al blijft het vanuit het Rijk onduidelijk hoe dat precies moet gebeuren: het Landbouwakkoord blijft uit. Het enige concrete wat op tafel ligt is een beëindigingsregeling, maar voor agrariërs die door willen gaan ontbreekt een handelingsperspectief. Deze onduidelijkheid maakt het ingewikkeld om invulling te geven aan het gebiedsproces. We kunnen bijvoorbeeld niet altijd zekerheid bieden aan boeren die willen verduurzamen. Ik wil op zo’n manier aan de landbouwtransitie bijdragen dat over twintig jaar nog steeds boeren in het Binnenveld zijn die voor voedsel en het landschap zorgen en daar een fatsoenlijke boterham mee kunnen verdienen. Misschien vind ik dat wel de belangrijkste opdracht in het Binnenveld.”
Hoe wilt u dat voor elkaar krijgen?
“Ik wil alvast aan de slag gaan met plannen waar we later sowieso geen spijt van krijgen, zoals natuurbescherming. Hiervoor hebben de Gebiedscoöperatie het Binnenveld (verenigde agrariërs, red.) en Mooi Binnenveld (vertegenwoordiging van natuurorganisatie, red.) afgelopen april een aantal concrete voorstellen voor gedaan, zoals geen villa’s in het gebied, groen gas, een grondfonds of ruilverkaveling. Met veel van die ideeën kunnen we vandaag nog mee beginnen. Maar de olifant in de kamer blijft de mate van bebouwing aan de randen van het gebied en de overheden hebben meer tijd nodig om daar duidelijkheid over te geven.”
Waarom is het tot nu toe nog niet gelukt om duidelijkheid over woningbouw te geven?
“We hebben ons vergist in de grootte en complexiteit van de opgaven voor het Binnenveld: de verantwoordelijkheden, de opgaven en het organiseren van de samenwerking. Dat is denk ik een van de redenen geweest dat afgelopen zomer boosheid en irritatie ontstond. Er was veel onduidelijkheid en miscommunicatie ontstaan, zo van: hoe verhoudt nou die woningopgave zich tot de opgaven voor landbouw en natuur? De afgelopen twee en een half jaar zijn we bezig geweest om alle opgaven en verantwoordelijkheden op tafel te leggen.”
Waarom duurt het zo lang?
“Dat is inherent aan gebiedsontwikkeling. Kijk maar naar Parklaan, Kernhem en het nieuwe station Ede-Wageningen. Daar is ook zo’n twintig jaar aan gewerkt. Maar we zijn ook het werkelijke doel uit het oog verloren en het Gebiedsproces te veel als doel op zich gaan beschouwen in plaats van als een middel. Het is ons tot nu toe niet gelukt om het Gebiedsproces in beweging te krijgen. We hebben met name overleggen, chagrijn en irritaties gehad en nog maar weinig actie. De adviesbureaus die het proces leiden leggen de nadruk op organisatie, bestuursstructuren en afspraken: het ei afmaken voordat we het uitbroeden. Wat zinvol is voor de opgaven waar we nog antwoorden op moeten vinden, zoals woningbouw, maar we kunnen ook met een heleboel dingen nu al aan de slag, zoals landbouw en natuur. Dat kan wat mij betreft tegelijkertijd en dat moeten we gewoon doen. Zo wil ik de bal met Gebiedscoöperatie en Mooi Binnenveld aan het rollen krijgen.”
De gebiedspartijen waren teleurgesteld dat tijdens de afgelopen bijeenkomst, tegen de afspraken in, de overheden hun plannen nog niet volledig hadden uitgewerkt. Wanneer kunnen we meer duidelijkheid omtrent woningbouw verwachten?
“Ik begrijp dat ze teleurgesteld zijn, maar ik probeer hun vertrouwen te behouden door open en eerlijk te zijn. Uiteindelijk wil iedereen zorg dragen voor dit mooie gebied.
We proberen in de komende paar maanden meer duidelijk te krijgen. Die duidelijkheid kunnen we vanuit Ede al geven, want de kaders zijn bekend: maximaal 1100 woningen aan de Kennisas toevoegen, met aan de rand van het Binnenveld als optie. Maar op dit moment heeft de gemeente Rhenen het Gebiedsproces in een houdgreep. Daar ligt de grootste woningbouwopgave, maar het aantal en de locaties van de nog te bouwen woningen is nog onduidelijk. Dat werkt verlammend. Daarnaast moet de provincie Gelderland nog met een Vitaal Landelijk Gebied Gelderland komen. Dan weet je dus ook niet wat de invloed daarvan op het Binnenveld zal zijn.”
Uiteindelijk kunnen niet alle plannen worden gerealiseerd, omdat daar simpelweg niet genoeg ruimte voor is. Hoe ziet u dat voor zich?
“Moeilijke keuzes maken, dat doet het gemeentehuis elke dag. Dat sommige dingen niet of wel kunnen: dat is ons werk. Het belangrijkste is dat we de keuzes met elkaar op een goede, navolgbare en eerlijke manier maken. Dat is waar we het gebiedsproces voor nodig hebben, maar niet iedereen gaat honderd procent tevreden zijn met de uitkomsten.”
Reactie van gemeente Rhenen:
Als gemeente Rhenen hebben we nog geen verdere standpunten ingenomen wat betreft woningbouw in het Binnenveld dan wat in onze omgevingsvisie staat. We doen onderzoek naar de wenselijkheid en haalbaarheid van woningen. Daar zijn nog geen data over bekend en is een zorgvuldig onderzoek en bestuurlijk proces voor gewenst.
De opdracht per gemeente was om de bestaande kaders onder elkaar te zetten. Dat hebben we gedaan. Wat we als overheden gezamenlijk niet hebben gedaan: deze kaders op elkaar afstemmen. Dat is het huiswerk wat niet is gebeurd. Wat er mist is een uitwerking op de visie op Rhenen: keuzes. Hoe staan we richting de woningen tegen Veenendaal bijvoorbeeld. Dit vraagt een uitgebreid onderzoek en bestuurlijk proces. Dat kan niet als huiswerk worden bestempeld. Wij zijn dus van mening dat het huiswerk is gedaan voor onze gemeente, maar die bestaande kaders moesten nog op elkaar worden afgestemd. Dat had wel gemoeten. En gaan we de komende periode alsnog doen.