Een bijstandsuitkering krijg je niet zo maar. Of je recht hebt op een uitkering, en hoe hoog deze is, hangt af van je situatie. Bijvoorbeeld of je een partner met inkomen hebt, of een eigen huis bezit. De overheid verplicht gemeenten om op deze punten te controleren, zodra je bijstand aanvraagt. Hiervoor gebruiken gemeenten systemen om informatie van andere overheidsinstanties in te zien, zoals van de Belastingdienst. Suwinet is zo’n systeem waarin staat of je al een inkomen hebt. Daarnaast bestaat ook de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP), waarin iemands adres staat. Deze informatie legt de gemeente naast de informatie dat je hebt opgegeven in je aanvraagformulier.
Facebook en Instagram
Maar de gemeente Ede doet meer. “Suwinet en BRP geven niet altijd genoeg informatie. Wij gebruiken daarom ook andere gegevens, maar alleen gegevens die we kunnen en mogen raadplegen”, zegt verantwoordelijk wethouder Karin Bijl. De gemeente controleert ‘aan de poort’, dus bij de aanvraag, uitgebreider dan noodzakelijk. Zij werkt met een ‘checklist participatiewet’, dat voorheen de ‘fraudechecklist’ werd genoemd. Bijl: “Het is zonde om aan de voorkant maar een halve check te doen.”
De checklist is niet meer dan een simpel lijstje met manieren waarop een gemeentemedewerker informatie kan ophalen over een bijstandsaanvrager. Op het lijstje staan systemen zoals Suwinet en BRP, maar ook sociale media. Facebook, Instagram, LinkedIn, Twitter en YouTube, ze kunnen allemaal onderdeel zijn van de controle.
Willekeur
Er bestaat geen handleiding die beschrijft hoe een medewerker de checklist in moet vullen, of welke gegevens de medewerker precies moet controleren. Maar dat is volgens deskundigen wel belangrijk: “Als je tien medewerkers de checklist laat invullen voor dezelfde persoon, is met dit systeem niet op voorhand duidelijk dat medewerkers tot dezelfde conclusie komen. En dat mag wettelijk gezien niet: iedereen heeft recht op een gelijke behandeling,” zegt Joke de Wit, jurist met een specialisatie in socialezekerheidsrecht.
Bijl gelooft dat het ontbreken van een handleiding haar medewerkers juist ruimte geeft voor de menselijke maat: “We willen met een menselijke blik naar elk dossier kijken. Daarom richten we geen strak systeem in. We kiezen ervoor om de mens achter het dossier centraal te stellen en niet blindelings het systeem te volgen.”
Groen, oranje, rood
De checklist helpt medewerkers ook te bepalen of zij verder moeten ‘rechercheren’. Achter elke informatiebron in de lijst kan de medewerker een hokje aanvinken onder de vraag ‘signaal?’. Wat een signaal is, kan de gemeente niet eenduidig beantwoorden. Soms is het duidelijk, bijvoorbeeld als er een auto op iemands naam staat, maar diegene zegt geen auto te bezitten. Maar welke signalen uit een zoektocht op Facebook en YouTube kunnen komen blijft onduidelijk.
De signalen kunnen wel serieuze consequenties hebben: als conclusie van de checklist kent de medewerker een groen, oranje of rood label toe aan de aanvrager. Oranje betekent dat de aanvrager extra documenten moet inleveren. Een ‘rood label’ leidt – na overleg met een medewerker fraudepreventie – tot een fraudeonderzoek. Bij fraudeonderzoeken hebben gemeenten veel bevoegdheden, inclusief buurtonderzoeken en huisbezoeken. Volgens Bijl zeggen de labels echter niks over fraude: “Een oranje of rode label betekent alleen dat je nog niet kunt concluderen dat iemand recht heeft op een uitkering.” Toch is De Wit kritisch over deze werkwijze: “Wanneer aanvragers extra documenten in moeten leveren, of fraudeonderzoek krijgen, moet het transparant zijn op welke grond dat gebeurt. Ook dit moet voor iedereen hetzelfde zijn.”
Wantrouwen
Ook Peter van Leeuwen, ambtelijk secretaris van de Landelijke Cliëntenraad waarschuwt voor willekeur en ongelijke behandeling. De Landelijke Cliëntenraad vertegenwoordigt alle Nederlandse burgers die een uitkering van de overheid ontvangen. Van Leeuwen ziet dat gemeenten wel vaker een aanpak hanteren vergelijkbaar met de checklist, en maakt zich hierover grote zorgen: “Er wordt een onderzoek ingesteld naar iemand, zonder enige verdenking. Dat is niet wat een inwoner verwacht als deze met een hulpvraag naar de gemeente stapt.” Volgens van Leeuwen worden bijstandsaanvragers hiermee bij voorbaat als verdacht beschouwd. “Als je zo’n checklist meegeeft aan een medewerker, is de kans groot dat deze persoon de aanvrager met wantrouwen benadert.”
Bijl ziet het anders: “Ik denk dat als je kijkt naar die informatie die we raadplegen er weinig ruimte is voor onderbuikgevoelens of persoonlijke invulling. Er is altijd een spanningsveld tussen maatwerk en het gelijkheidsbeginsel. Toch denk ik dat we dat in Ede goed hebben geborgd.” Morgen, donderdag 24 november, komt de Gemeenteraad bijeen om over fraudepreventie te spreken.
Help met ons onderzoek:
Bureau Spotlight onderzoekt welke methoden en processen gemeenten in de Gelderse Vallei gebruiken om te onderzoeken of mensen (nog) recht hebben op een bijstandsuitkering. We willen begrijpen hoe deze werken, zodat we kunnen zien of ze eerlijk en transparant zijn. Ook willen we graag ervaringen horen van mensen in de bijstand. Helaas hebben we voor dit artikel nog niemand kunnen vinden die zijn verhaal openlijk met ons wilde delen. Ben jij iemand of ken jij iemand die bijstand ontvangt en wil je graag (anoniem) meewerken aan ons onderzoek? Neem contact op met [email protected].